NEDERLANDS
34
het gebruik van het elektrische gereedschap
uit de buurt.Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de
controle over het gereedschap verliezen.
2) Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrische
gereedschap moet in het stopcontact passen.
De stekker mag in geen geval worden
veranderd. Gebruik geen adapterstekkers
in combinatie met geaarde elektrische
gereedschappen.Onveranderde stekkers en
passende stopcontacten beperken het risico van
een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met
geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld
van buizen, verwarmingen, fornuizen en
koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door
een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard
is.
c) Houd het gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van water in
het elektrische gereedschap vergroot het risico van
een elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd
doel, om het elektrische gereedschap te
dragen of op te hangen of om de stekker uit
het stopcontact te trekken. Houd de kabel uit
de buurt van hitte, olie, scherpe randen en
bewegende gereedschapdelen. Beschadigde
of in de war geraakte kabels vergroten het risico
van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch
gereedschap werkt, dient u alleen
verlengkabels te gebruiken die voor gebruik
buitenshuis zijn goedgekeurd. Het gebruik
van een voor gebruik buitenshuis geschikte
verlengkabel beperkt het risico van een elektrische
schok.
f) Als het gebruik van het elektrische
gereedschap in een vochtige omgeving
onvermijdelijk is, dient u een
aardlekschakelaar te gebruiken. Het gebruik
van een aardlekschakelaar vermindert het risico
van een elektrische schok.
3) Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga
met verstand te werk bij het gebruik van
het elektrische gereedschap. Gebruik geen
elektrisch gereedschap wanneer u moe bent
of onder invloed staat van drugs, alcohol of
medicijnen. Een moment van onoplettendheid
bij het gebruik van het elektrische gereedschap
kan tot ernstige verwondingen leiden.
b) Draag persoonlijke beschermende uitrusting.
Draag altijd een veiligheidsbril. Het dragen
van persoonlijke beschermende uitrustingen,
zoals een stofmasker, veiligheidsschoenen met
antislipzool, veiligheidshelm of gehoorbeschermer,
afhankelijk van het type en het gebruik van het
elektrische werktuig, vermindert het risico van
letsels
c) Vermijdt een ongewenste inbedrijfneming.
Controleer of het elektrische werktuig
uitgeschakeld is, indien dit aan de
stroomtoevoer en/of accu aangesloten,
opgetild of gedragen wordt. Wanneer u
bij het dragen van het elektrische gereedschap
uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer
u het gereedschap ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of
schroefsleutels voordat u het elektrische
gereedschap inschakelt. Instelgereedschap
of een sleutel in een draaiend deel van het
gereedschap kan tot verwondingen leiden.
e) Voorkom een onevenwichtige
lichaamshouding. Zorg ervoor dat u stevig
staat en steeds in evenwicht blijft. Daardoor
kunt u het elektrische gereedschap in onverwachte
situaties beter onder controle houden.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
loshangende kleding of sieraden. Houd
haren en kleding uit de buurt van
bewegende delen. Loshangende kleding,
sieraden en lange haren kunnen door bewegende
delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuigings- of
stofopvangvoorzieningen kunnen worden
gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren
dat deze zijn aangesloten en juist worden
gebruikt. Het gebruik van een stofafzuiging
beperkt het gevaar door stof.
h) Ga door het vertrouwde en regelmatige
gebruik van het gereedschap niet
nalatig te werk en neem altijd alle
veiligheidswaarschuwingen in acht. Een kleine
onachtzaamheid kan binnen seconden tot ernstig
letsel leiden.
4) Zorgvuldige omgang met en zorgvuldig
gebruik van elektrische gereedschappen
a) Overbelast het gereedschap niet. Gebruik
voor uw werkzaamheden het daarvoor
bestemde elektrische gereedschap. Met het
passende elektrische gereedschap werkt u beter en
veiliger binnen het aangegeven capaciteitsbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap
waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch
gereedschap dat niet meer kan worden in- of
uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden
gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/
of neem, indien mogelijk, de accu uit
het elektrische gereedschap voordat
u het gereedschap instelt, toebehoren
wisselt of het gereedschap weglegt. Deze
voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten
van het elektrische gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische
gereedschappen buiten bereik van kinderen.
Laat het gereedschap niet gebruiken door