9
Inspectie/onderhoud
9
Inspectie/onderhoud
▶ Voor alle onderhoudswerkzaamheden de boiler laten afkoelen.
▶ Reiniging en onderhoud in de opgegeven intervallen uitvoeren.
▶ Gebreken onmiddellijk herstellen.
▶ Alleen originele reserveonderdelen gebruiken!
9.1
Inspectie
Overeenkomstig DIN EN 806-5 moeten boilers elke 2 maanden worden
gecontroleerd. Controleer daarbij de ingestelde temperatuur en verge-
lijk deze met de feitelijke temperatuur van het verwarmde water.
9.2
Onderhoud
Overeenkomstig DIN EN 806-5, bijlage A, tabel A1, regel 42 is jaarlijks
onderhoud vereist. Het onderhoud omvat:
• Functiecontrole van het overstortventiel
• Dichtheidscontrole van alle aansluitingen
• Reiniging van de boiler
9.3
Onderhoudsintervallen
Het onderhoud moet afhankelijk van debiet, bedrijfstemperatuur en
waterhardheid worden uitgevoerd ( tab. 8).
Het gebruik van gechloreerd drinkwater of onthardingsinstallaties
verkort de onderhoudsintervallen.
Waterhardheid in °dH
Calciumcarbonaatconcentratie
in mol/ m³
Temperaturen
Bij normaal debiet (< boilerinhoud/24 h)
< 60 °C
60 ... 70 °C
> 70 °C
Bij verhoogd debiet (> boilerinhoud/24 h)
< 60 °C
60 ... 70 °C
> 70 °C
Tabel 8 Onderhoudsintervallen in maanden
De plaatselijke waterkwaliteit kan bij het plaatselijke waterbedrijf wor-
den opgevraagd.
Afhankelijk van de watersamenstelling zijn afwijkingen van de genoemde
waarden zinvol.
22
3 ... 8,4
8,5 ... 14
> 14
0,6 ... 1,5
1,6 ... 2,5
> 2,5
Maanden
24
21
15
21
18
12
15
12
6
21
18
12
18
15
9
12
9
6
9.4
Onderhoudswerkzaamheden
WAARSCHUWING: verbrandingsgevaar door heet water!
▶ Boiler voldoende laten afkoelen.
WAARSCHUWING: Verbrandingsgevaar aan de tappun-
ten van het warm water!
Tijdens de thermische desinfectie en wanneer de warm-
watertemperatuur is ingesteld boven 60 °C, bestaat ver-
brandingsgevaar aan de warmwatertappunten.
▶ Wijs de eigenaar erop, dat hij alleen gemengd water
gebruikt.
9.4.1
Overstortventiel controleren
▶ Overstortventiel jaarlijks controleren.
9.4.2
Aftappen van de boiler
▶ Boiler aan de drinkwaterzijde van het net losmaken.
Sluit daarvoor de afsluiters.
▶ Open een hoger gelegen aftapkraan voor beluchting.
▶ Open de aftapkraan ( afb. 4 [11], pagina 52) openen.
▶ Sluit na het onderhoud de aftapkraan weer.
▶ Controleer de dichtheid na het opnieuw vullen ( afb. 14,
pagina 54).
9.4.3
Boiler ontkalken/reinigen
Om de reinigende werking te verbeteren, de warmtewisse-
laar voor het uitspuiten opwarmen. Door het thermoschok-
effect komen ook korstvormingen (bijv. kalkafzettingen)
beter los.
▶ De boiler aftappen.
▶ Binnenruimte van de boiler onderzoeken op verontreinigingen
(kalkafzettingen, sedimenten).
▶ Bij kalkarm water:
controleer het vat regelmatig en verwijder afzettingen.
-of-
▶ Bij kalkhoudend water resp. sterke verontreiniging:
boiler afhankelijk van de optredende kalkhoeveelheid regelmatig via
een chemische reiniging ontkalken (bijv. met een geschikt kalkoplos-
send middel op citroenzuurbasis).
▶ Boiler uitspuiten ( afb. 17, pagina 55).
▶ Resten met een nat-/droogzuiger met kunststofbuis verwijderen.
▶ Dicht de stop van de inspectieopening opnieuw af
( afb. 18, pagina 55).
▶ Neem de boiler weer in bedrijf ( hoofdstuk 6, pagina 21).
ES120 – 6 720 818 543 (2016/05)