Ketting strekken (fig. C & D)
Controle en/of onderhoud moeten
worden uitgevoerd als de motor
uit staat. N.B.! De start/stopknop
gaat automatisch terug naar
bedrijfsstand. Om een
onbedoelde start te voorkomen,
altijd het ontstekingsmechanisme
van de bougie worden gehaald bij
montage, controle en/of
WAARSCHUWING!
gestrekte ketting kan resulteren
in het losraken van de ketting
verwondingen kan leiden.
Hoe meer u de ketting gebruikt, hoe langer ze
wordt. Het is belangrijk dat u de snijuitrusting aan
deze verandering aanpast.
Bij elke tankbeurt moet gecontroleerd worden of de
ketting voldoende gestrekt is.
N.B.! Een nieuwe ketting vereist een inrijperiode
gedurende dewelke men vaker moet controleren of
de ketting voldoende gestrekt is.
Algemeen geldt dat de ketting zo hard mogelijk
gestrekt moet worden, maar niet harder dan dat
men ze manueel rond kan draaien.
_
Licht de ketting (11) iets van het zwaard (10) op.
De ketting heeft de juiste spanning als hij
terugspringt wanneer u haar 3 mm van het
zwaard kunt optrekken. De ketting mag tussen het
zwaard en de ketting aan de onderkant niet
doorzakken.
Indien de ketting niet op de juiste spanning
staat, gaat u als volgt te werk:
_
Draai de moeren (15) een aantal slagen los.
_
Draai de instelschroef (20) rechtsom om
de spanning te verhogen.
_
Draai de instelschroef linksom om de
spanning te verlagen.
_
Draai de moeren vast.
Snijuitrusting smeren
WAARSCHUWING!
Onvoldoende smeren
van de snijuitrusting kan een
breuk van de ketting veroorzaken
wat tot ernstige en zelfs dodelijke
verwondingen kan leiden.
moet daarom
onderhoud.
Een onvoldoende
wat tot ernstige
en zelfs dodelijke
Zaagkettingolie
Zaagkettingolie moet een goede hechting aan de
motorzaagketting en tevens goede vloei-
eigenschappen hebben, of het nu een warme zomer
of een koude winter is.
Gebruik nooit afvalolie! Deze is schadelijk voor
uzelf, voor de machine en het milieu.
BELANGRIJK! Bij gebruik van plantaardige
kettingolie, moet u de zaagketting demonteren en
ketting en zaagbladgleuf schoonmaken, voor u ze
lange tijd opbergt. Anders bestaat het risico dat de
kettingolie oxideert, wat ertoe leidt dat de
zaagketting stijf wordt en
het neuswiel van het zaagblad aanloopt.
Controle van de kettingsmering
• Controleer bij elke tankbeurt de kettingsmering.
Zie de instructies in het hoofdstuk Smeren van het
neuswiel van het zaagblad.
Hou de zaagbladpunt op ca. 20 cm (8 duim) op een
vast licht voorwerp gericht. Na 1 minuut draaien met
3/4 gas geven, moet er een duidelijke olierand te
zien zijn op het lichte voorwerp.
Als de kettingsmering niet werkt:
• Controleer of het kettingoliekanaal van het
zaagblad open is. Maak schoon indien nodig.
• Controleer of de zaagbladgroef schoon is. Maak
schoon indien nodig.
• Controleer of het neuswiel van het zaagblad
soepel draait en of de smeeropening van het
neuswiel open is. Maak schoon en smeer indien
nodig.
Als de kettingsmering niet werkt na de
bovenstaande controles en de bijbehorende
maatregelen, moet u de motorkettingzaag naar uw
servicewerkplaats brengen.
Kettingaandrijftandwiel
De koppelingtrommel is voorzien van één van de
volgende kettingaandrijftandwielen:
A Spur-aandrijftandwiel (kettingaandrijftandwiel
vastgesoldeerd op de trommel)
B Rim-aandrijftandwiel (vervangbaar)
Controleer regelmatig het slijtageniveau van het
kettingaandrijf-tandwiel. Vervang het als het
abnormal versleten is. Het kettingaandrijf-tandwiel
moet vervangen worden telkens men de ketting
vervangt.
61