Nederlands
26 Slijtage minimaliseren en
schade voorkomen
Het aanhouden van de voorschriften in deze
handleiding voorkomt overmatige slijtage en
schade aan het apparaat.
Gebruik, onderhoud en opslag van het apparaat
moeten net zo zorgvuldig plaatsvinden als staat
beschreven in de handleiding.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor alle
schade die door het niet in acht nemen van de
veiligheids-, bedienings- en onderhoudsaanwij‐
zingen wordt veroorzaakt. Dit geldt in het bijzon‐
der voor:
– Niet door STIHL vrijgegeven wijzigingen aan
het product
– Het gebruik van gereedschappen of toebeho‐
ren die niet voor het apparaat zijn vrijgegeven,
niet geschikt of kwalitatief minderwaardig zijn
– Het niet volgens voorschrift gebruikmaken van
het apparaat
– Gebruik van het apparaat bij sportmanifesta‐
ties of wedstrijden
– Vervolgschade door het blijven gebruiken van
het apparaat met defecte onderdelen
26.1
Onderhoudswerkzaamheden
Alle in het hoofdstuk "Onderhouds- en reinigings‐
voorschriften" vermelde werkzaamheden moeten
regelmatig worden uitgevoerd. Voorzover deze
onderhoudswerkzaamheden niet door de gebrui‐
ker zelf kunnen worden uitgevoerd, moeten deze
worden overgelaten aan een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerk‐
zaamheden alleen door de STIHL dealer te laten
uitvoeren. De STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking over Tech‐
nische informaties.
Als deze werkzaamheden niet of onvakkundig
worden uitgevoerd kan er schade ontstaan waar‐
voor de gebruiker zelf verantwoordelijk is. Hier‐
toe behoren o.a.:
– Schade aan de motor ten gevolge van niet tij‐
dig of niet correct uitgevoerde onderhouds‐
werkzaamheden (bijv. lucht- en benzinefilter),
verkeerde carburateurafstelling of onvol‐
doende reiniging van de koelluchtgeleiding
(inlaatsleuven, cilinderribben)
– Corrosie- en andere vervolgschade ten
gevolge van onjuiste opslag
94
26 Slijtage minimaliseren en schade voorkomen
– Schade aan het apparaat ten gevolge van
gebruik van kwalitatief minderwaardige onder‐
delen
26.2
Aan slijtage onderhevige delen
Sommige onderdelen van het motorapparaat
staan ook bij gebruik volgens de voorschriften
aan normale slijtage bloot en moeten, afhankelijk
van de toepassing en de gebruiksduur, tijdig wor‐
den vervangen. Hiertoe behoren o.a.:
– Zaagketting, zaagblad
– Aandrijfcomponenten (centrifugaalkoppeling,
koppelingstrommel, kettingtandwiel)
– Filter (voor lucht, olie, benzine)
– Startmechanisme
– Bougie
– Dempingselementen van het antivibratiesys‐
teem
27 Belangrijke componenten
1
2
3
6
8
7
24
23
25
1 Hand-benzinepomp
2 Tankdop
3 Benzinetank
4 Starthandgreep
5 Uitlaatdemper
6 Koppelingsmof
7 Klembout
8 Steel/maaiboom met handvatrubber
9 Draagoog
4
5
13
10
12
15
9
14
11
#
22
19
20
21
23
26
29
27
28
30
0458-555-9421-C
17
16
18