7.
DEFECTEN / OPLOSSINGEN
Hieronder vindt u een lijst van mogelijke defecten en hun oplossingen. Die problemen geven aanleiding tot
een abnormale werking van de brander.
In de meeste gevallen gaat bij een probleem het lampje branden van de manuele ontgrendelingsknop van
de controle- en bedieningsdoos (8, Fig.1, Blz. 1).
Als dit lampje brandt, dan kan de brander opnieuw worden opgestart door een eenvoudige druk op de
knop. Als de brander daarna normaal heropstart dan kan deze onverwachte branderstop worden toege-
schreven aan een occasioneel probleem.
Indien de brander daarentegen opnieuw vergrendelt, gelieve de hieronder opgegeven tabel te raadplegen.
ONTSTEKINGSPROBLEMEN EN OORZAKEN
Signaal
Probleem
2 knipperingen
Na de voorventilatie en
de veiligheidstijd gaat
de brander in vergren-
deling zonder vlamont-
steking
3 knipperingen
De brander start niet
en de vergrendeling
verschijnt
De brander start en
schakelt in vergrende-
ling
Vergrendeling tijdens
de voorventilatie
4 knipperingen
De brander start en
schakelt in vergrende-
ling
De brander schakelt
na het uitgaan in ver-
grendeling
7 knipperingen
De brander vergrendelt
meteen na het ver-
schijnen van de vlam
Tijdens de werking
schakelt de brander in
vergrendeling
20014622
Mogelijke oorzaak
1 - De elektromagnetische klep . . . . . . . . . .
voor werking laat weinig gas door.
2 - Een van de twee elektromagnetische . . .
kleppen gaat niet open.
3 - Te lage gasdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4 - Ontstekingselektrode slecht afgesteld . . .
5 - Elektrode aan de massa isolatie is defect Vervang hem
6 - Hoogspanningskabel is defect . . . . . . . . .
7 - Hoogspanningskabel vervormd door . . . . . .
hoge temperaturen
8 - Ontstekingstransformator is defect . . . . .
9 - Elektriciteitsaansluitingen van kleppen . .
of transformator zijn fout
10 - Elektrische controledoos is defect . . . . . .
11 - Een ventiel vóór de gasstraat blijft . . . . .
gesloten
12 - Lucht in de leidingen . . . . . . . . . . . . . . . .
13 - Gasventielen niet verbonden of spoel . .
onderbriken
14 - Luchtdrukschakelaar staat in . . . . . . . . .
werkingsstand
- Luchtdrukschakelaar schakelt niet om
door onvoldoende luchtdruk:
15 - Luchtdrukschakelaar is slecht afgesteld .
16 - Het buisje van het drukafnamepunt van .
de drukschakelaar is verstopt
17 - Kop is slecht afgesteld. . . . . . . . . . . . . . .
18 - Hoge druk in de vuurhaard . . . . . . . . . . .
19 - Contactor van motorbediening is defect .
(alleen driefasenuitvoering)
20 - Elektrische motor is defect. . . . . . . . . . . .
21 - Vergrendeling van motor . . . . . . . . . . . . .
(alleen driefasenuitvoering)
22 - Simulatie van de vlam . . . . . . . . . . . . . . .
23 - Constante aanwezigheid van vlam in . . .
branderkop of vlamsimulatie
24 - De elektromagnetische klep . . . . . . . . . .
voor werking laat weinig gas door
25 - Slecht afgestelde ionisatiesonde . . . . . . .
26 - Ionisatie is te zwak (minder dan 5 µA). . .
27 - Sonde aan de massa. . . . . . . . . . . . . . . .
28 - Onvoldoende aarding van de brander . . .
29 - Fase en neutraalgeleider omgewisseld . .
30 - Defect in het circuit vlamdetectie . . . . . . .
31 - Sonde of ionisatiekabel in verbinding . . .
met de aarding
16 NL
Aangeraden oplossing
Verhoog de hoeveelheid
Vervang ze
Verhoog hem met de regelaar
Regel hem, zie Pag. 4
Vervang hem
Vervangen en afschermen
Vervang hem
Controleer ze
Vervang hem
Openen
Ontlucht ze
Verbindingen controleren of de
spoel vervangen
Regel of vervang hem
Regel of vervang hem
Maak hem schoon
Regel hem
Sluit luchtdrukschakelaar aan op
afzuiging ventilator
Vervang hem
Vervang hem
Vervang hem
Controledoos vervangen
Elimineer de constante aanwezig-
heid van de vlam of vervang de
apparatuur
Verhoog de hoeveelheid
Regel hem, zie Pag. 4
Controleer stand van de sonde
Verwijderen of de kabel vervangen
Controleer aarding
Wissel ze om
Controledoos vervangen
Vervang versleten delen