Télécharger Imprimer la page

Stihl RMI 422.2 Manuel D'utilisation page 353

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

14.3 Actieve tijden
Bij het maaischematype "Standaard"
maait de robotmaaier gedurende de totale
actieve tijd, alleen onderbroken door
oplaadbeurten.
Bij het maaischematype "Dynamisch" mag
de robotmaaier tijdens de actieve tijden te
allen tijde het dockingstation verlaten en
het gazon maaien. Gedurende deze tijden
vinden daarom maaibeurten,
oplaadbeurten en rustfases plaats. De
robotmaaier verdeelt de benodigde maai-
en oplaadbeurten automatisch over de
beschikbare tijdvensters.
Bij de installatie worden actieve tijden
automatisch over de gehele week
verdeeld. Er wordt ook rekening gehouden
met tijdreserves – zo is een optimaal
gazononderhoud gegarandeerd, ook als
er bij uitzondering geen maaibeurten
mogelijk zijn (bijvoorbeeld vanwege
regen).
Tijdens de actieve tijden moeten
derden uit de gevarenzone blijven.
De actieve tijden moeten
overeenkomstig worden
aangepast.
Houd u bovendien aan de
gemeentelijke bepalingen voor het
gebruik van robotmaaiers en de
instructies in het hoofdstuk "Voor
uw veiligheid" (
6.1) en verander
de actieve tijden in het menu
"Maaischema". (
11.7)
Vraag met name bij de
verantwoordelijke autoriteit na op
welke tijden het apparaat overdag
en 's nachts mag worden gebruikt.
0478 131 9963 F - NL
14.4 Maaiduur
De maaiduur geeft aan hoeveel uur per
week het gazon moet worden gemaaid.
Deze kan worden verlengd of verkort.
(
11.7)
De maaiduur is gelijk aan de tijd
gedurende welke de robotmaaier het
gazon maait. Perioden waarin de accu
wordt opgeladen, worden niet bij de
maaiduur geteld.
Bij de eerste installatie berekent de
robotmaaier de maaiduur automatisch
vanuit de opgegeven grootte van het
maaivlak. Deze richtwaarde is afgestemd
op normale gazons bij droge
omstandigheden.
Te bewerken oppervlak:
2
Voor 100 m
heeft de robotmaaier
gemiddeld nodig:
RMI 422:
RMI 422 P,
RMI 422 PC:
14.5 Beginbereik (RMI 422 PC)
De robotmaaier herkent zijn locatie met
behulp van de ingebouwde GPS-
ontvanger. Bij elke rit langs de rand ter
controle van een goede draadligging
(
9.12) en bij het aanleren van de
startpunten (
11.14) slaat de
robotmaaier de coördinaten van het meest
westelijke, oostelijke, zuidelijke en
noordelijke punt op.
Dit gazon is gedefinieerd als beginbereik,
hier mag de robotmaaier worden gebruikt.
Bij elke herhaling van een rit langs de rand
worden de coördinaten bijgewerkt.
Bij geactiveerde GPS-beveiliging wordt
de eigenaar van het apparaat
geïnformeerd als het apparaat buiten het
beginbereik in gebruik wordt genomen.
Bovendien wordt op het display van de
robotmaaier om de pincode gevraagd.
15. Apparaat in gebruik
nemen
15.1 Voorbereiding
Voor de eerste installatie is een
installatiewizard beschikbaar.
(
9.)
De robotmaaier moet bij een
omgevingstemperatuur tussen +5
°C en +40 °C worden opgeladen en
gebruikt.
● Dockingstation installeren (
● Begrenzingsdraad leggen (
120 minuten
aansluiten (
● Vreemde voorwerpen (bijvoorbeeld
100 minuten
speelgoed, gereedschap) van het
maaivlak verwijderen
● Accu opladen (
● tijd en datum instellen (
● Maaischema controleren en zo nodig
aanpassen – zorg ervoor dat u tijdens
de actieve tijden buiten de gevarenzone
blijft. (
Zeer hoog gazon vóór gebruik van
de robotmaaier met een gewone
grasmaaier kort maaien
(bijvoorbeeld na een lange
onderbreking).
9.8)
9.9) en
9.10)
15.7)
11.10)
11.7)
351

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Rmi 422 pRmi 422 pcRmi 422Rmi 422.2 pRmi 422.2 pc