6. Elektrische aansluitingen
6.2. Elektrische bedrading op de plaats van installatie
Model buitenunit
Buitenapparaat voeding
Ingangsvermogen buitenunit Hoofdschakelaar (stroomverbreker)
Buitenapparaat voeding
Binnenapparaat-Buitenapparaat
Aarde voor verbindingskabel tussen binnenunit/buitenunit *2
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat *3
Buitenapparaat L-N (Eenfase)
Buitenapparaat L1-N, L2-N, L3-N (3 fasen)
Binnenapparaat-Buitenapparaat S1-S2
Binnenapparaat-Buitenapparaat S2-S3
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
*1. Gebruik een aardlekschakelaar (NV) met een contactopening van minimaal 3,0 mm per pool.
Let erop dat de stroomonderbreker geschikt is voor de aanwezigheid van hogere harmonischen.
Gebruik altijd een stroomonderbreker die geschikt is voor de aanwezigheid van hogere harmonischen, aangezien dit apparaat is uitgerust met een omvormer.
Een onjuiste stroomonderbreker kan leiden tot verkeerde werking van de omvormer.
*2. (ZM200, 250/M200, 250)
Max. 80 m. De totale maximumlengte, inclusief alle verbindingen met binnen/ binnenunits is 80 m.
• Gebruik één kabel voor S1 en S2 en een andere voor S3 zoals aangegeven in de afbeelding.
• Max. 50 m. De totale maximumlengte van PEA is 50 m. De afmeting van de bedrading is 3 x 1,5 (Polariteit).
*3. De afstandsbediening is voorzien van een kabel van 10 m.
*4. De cijfers zijn NIET altijd van toepassing bij aarding.
S3-terminal heeft 28 V DC in tegenstelling tot S2-terminal. Tussen S3 en S1 zijn deze terminals niet elektrisch geïsoleerd door de transformator of een ander apparaat.
*5. De kleur van de nulgeleider van de voedingskabel moet bij meerfasentoestellen, indien aanwezig, blauw zijn.
Opmerkingen: 1. De afmeting van de bedrading moet voldoen aan de van toepassing zijnde locale en nationale norm.
2. De voedingskabels en de verbindingskabels van de binnen- en buitenapparaten mogen niet lichter zijn dan met polychloropreen bekleede
flexikabels. (Ontwerp 60245 IEC 57)
3. Zorg ervoor dat de aardedraad langer is dan de andere draden, zodat deze niet los kan komen indien de kabel onder mechanische spanning-
komt te staan.
4. Gebruik zelf-dovende distributiekabels voor de bedrading van de stroomtoevoer.
5. Leid de bedrading zodanig dat er geen contact wordt gemaakt met de metalen rand of punten van schroeven.
Waarschuwing:
• Bij het aansluiten van A-regeling dient u er rekening mee te houden dat er een hoge spanning op aansluiting S3 staat. Dit komt door het ontwerp van het elektri-
sche circuit, dat geen elektrische scheiding kent tussen de leiding van de krachtstroom en de leiding van het communicatiesignaal. Zet daarom de hoofdscha-
kelaar uit als u onderhoud wilt uitvoeren. En raak de aansluitingen S1, S2 en S3 niet aan bij ingeschakelde spanning. Als u tussen de binnen- en buitenunit een
isolator wilt toepassen, gebruik dan een isolator van het 3-polige type.
Voorkom rookvorming, brand en communicatiestoringen en splijt derhalve de voedingskabel en de kabel tussen het binnen- en buitenapparaat niet.
AANSLUITKABEL BINNEN-BUITEN (ZM200, 250/M200, 250)
Doorsnede kabel
Aderdoorsnede (mm²)
Rond
Vlak
Vlak
Rond
*1 : De voedingskabels van de apparatuur mogen niet dunner zijn dan volgens ontwerp 60245 IEC of 227 IEC.
*2 : Bij kabel met geel-groene ader.
*3 : Bij aansluiting volgens normale polariteit (S1-S2-S3) bedraagt de aderdiameter 1,5 mm².
*4 : Bij aansluiting volgens normale polariteit (S1-S2-S3).
*5 : Indien de vlakkabels volgens de afbeelding zijn aangesloten, mogen ze 30 m lang zijn.
*6 : De genoemde kabellengte is een richtwaarde. Deze kan afwijken, afhankelijk van de installatieomstandigheden, materiaalvochtigheid, enz.
Zorg ervoor dat de verbindende kabels voor het binnen-buitenapparaat altijd direct met de eenheden verbonden zijn (geen tussentijdse verbindingen).
Tussentijdse verbindingen kunnen leiden tot communicatiefouten in geval van water in de kabels en onvoldoende isolatie met de grond veroorzaken of tot een slecht
elektrisch contact bij het tussentijdse verbindingspunt.
*1
*5
*2
Kabellengte 50 m : 3 × 4 (Polariteit) / Kabellengte 80 m : 3 × 6 (Polariteit)
*4
*4
*4
*4
Voedingsspanning
enkelfasig
Isolator
S1
"A-regeling"
S2
buitenapparaat
S3
Aantal aders
2,5
3
2,5
3
1,5
4
2,5
4
ZM200, 250/M200, 250
3N~ (3 fasen, 4 draden), 50 Hz, 400 V
32 A
5 × Min. 4
1 × Min. 2,5
2 × 0,3 (Geen polariteit)
230 V AC
230 V AC
28 V DC
12 V DC
3-polige isolator
Polariteit
Rechtsom : S1-S2-S3
* Let op geel-groen-gestreepte ader
Niet van toepassing
(Omdat de middelste ader geen afscherming heeft)
Van links naar rechts : S1-Open-S2-S3
Rechtsom : S1-S2-S3-Open
* Sluit S1 en S3 aan op tegenoverliggende aders
S1
"A-regeling"
S2
binnenapparaat
S3
Niet van toepassing
(3 aders: dubbele vlakkabel)
S1
S2
S3
nl
L (m)*6
(30)
*2
*5
(18)
*3
(30)
*4
16