2.2
Veiligheidsinrichtingen
Het station is voorzien van de volgende veiligheidsin-
richtingen:
+
Hogedrukveiligheidskleppen.
+
Een maximumdrukschakelaar die de compressor
uitschakelt als een te hoge druk optreedt.
WAARSCHUWING: Manipulatie van deze
veiligheidsinrichtingen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
WAARSCHUWING: Verander nooit de ho-
gedrukveiligheidsklep en de belangrijkste
systeeminstellingen. Indien de machine
anders gebruikt wordt dan waarvoor die is
ontworpen, kan die mogelijk niet naar beho-
ren functioneren en zijn de beschermings-
systemen ervan niet functioneel.
VOORZICHTIG: Controleer altijd op de
manometers of de drukwaarden binnen de
grenzen blijven die in de sectie "Technische
gegevens" worden gespecificeerd.
2.3
Deurvergrendelingsschakelaar
De vergrendelingsschakelaar op de servicedeur aan de
achterzijde onderbreekt de stroomtoevoer naar de ma-
chine zodra die wordt geopend.
WAARSCHUWING: Pas de vergrende-
lingsschakelaar op geen enkele wijze aan.
Tijdens de normale werking moet de ser-
vicedeur aan de achterzijde altijd gesloten
blijven en moet het paneel erboven in de
juiste positie zijn gemonteerd.
Robert Bosch GmbH
Voorzorgsmaategelen | ACS 763/863 | 209
2.4
Richtlijn PED 2014/68/EU
De apparatuur bevat onderdelen die onderhevig
zijn aan de EU-richtlijn PED 2014/68/EU, Richtlijn
Drukapparatuur. De PED-richtlijn regelt alle aan druk
blootgestelde onderdelen en deelt ze in op basis van
een volume-drukverhouding en op basis van het type
koelvloeistof. Deze onderdelen mogen op geen enkele
wijze worden verwijderd of gewijzigd. Onder de verant-
woordelijkheid van de eigenaar moeten de aan de PED
onderworpen apparaten en onderdelen op het moment
van inbedrijfstelling en vervolgens op regelmatige basis
gecontroleerd worden in overeenstemming met de toe-
passelijke nationale wetgeving.
De aan de PED onderworpen onderdelen zijn:
+
Tank.
+
Overdrukklep.
+
Hogedrukschakelaar.
+
Terugwinningseenheid.
+
Leidingen.
i
Neem contact op met het servicecentrum Bosch
voor de technische kenmerken van alle vermelde
onderdelen.
2.5
Verplaatsing van ACS 763/863
ACS 763/863 moet normaal verplaatst worden op vlak-
ke oppervlakken met een helling van maximaal 15°. Be-
weeg de unit op de vier wielen voort zonder al te veel
schokken. Bij stilstand moet de rem van de voorwielen
worden ingeschakeld. Op licht onregelmatige opper-
vlakken kan ACS 763/863 iets schuin worden gehouden
en op de achterwielen worden verreden. Houd hem
daarbij stevig aan de handgreep aan de achterzijde vast.
LET OP: Ondanks dat de zwaarste onderde-
len van ACS 763/863 zich aan de onderkant
van ACS 763/863 bevinden om het zwaar-
tepunt zo laag mogelijk te houden, bestaat
altijd een kantelrisico.
nl
|
SP00D00490
2020-01-08