te reinigen. Volg het advies van de fabrikant op
gebruik van beschermende reinigingsmiddelen aan.
• Verwijder overgebleven resten (bv. melk die is
overgekookt) met een glaskeramische schraper
terwijl de kookplaat nog warm is. Volg het advies
van de fabrikant in verband met de schraper.
• Verwijder overgebleven suikerhoudende
resten (bv. siroop die is overgekookt) met een
glaskeramische schraper terwijl de kookplaat
nog warm is. Anders kan het glaskeramische
oppervlak beschadigen.
• Verwijder gesmolten plastic met een
glaskeramische schraper terwijl de kookplaat
nog warm is. Anders kan het glaskeramische
oppervlak beschadigen.
• Verwijder kalkvlekken met een kleine hoeveelheid
kalkoplossend middel, bv. azijn of citroensap,
als de kookplaat is afgekoeld. Daarna even
afnemen met een vochtige doek.
4. VEREISTEN AAN DE KAST
• Het is de bedoeling dat de kookplaat in
het werkblad wordt gebouwd, boven een
keukenelement van 600 mm breedte of meer.
• Indien gemonteerd in brandbaar materiaal,
moeten de richtlijnen en normen voor
laagspanningsinstallaties en brandbeveiliging
strikt worden nageleefd.
• Bij geïnstalleerde eenheden moeten de onderdelen
met hittebestendige lijm (min. 100°C): ongeschikte
materialen en lijm kunnen kromtrekken en
loskomen.
• Het keukenelement moet voldoende ruimte voor
de elektrische aansluitingen van het apparaat
mogelijk maken. Hangende keukenelementen
boven het apparaat moeten op voldoende afstand
worden geïnstalleerd om te zorgen voor een
comfortabel werkproces.
• Het gebruik van hardhouten decoratieve randen
rond het werkblad achter het apparaat is
toegestaan, indien de minimumafstand op de
afbeeldingen wordt aangehouden.
• De minimumafstand tussen het ingebouwde
apparaat en de achterwand staat vermeld
op de afbeelding van de installatie van het
inbouwapparaat (150 mm voor de zijmuur,
40 mm voor de muur achteraan en minimaal
500 mm voor eventuele kasten erboven).
•
kookplaat en het werkblad te voorkomen brengt
u de bijgeleverde klevende afdichtingsstrip aan
op de gehele buitenrand van de kookplaat vóór
de assemblage.
5. ELEKTRISCHE AANSLUITING
• De draadverbinding dient te worden uitgevoerd
door een gespecialiseerd technicus.
• Dit apparaat heeft een Type "Y" -aansluiting
en vereist ten minste een netsnoer Type
H05VV-F. MONO-FASE, BI-FASE en DRIE-
FASE aansluiting: min. tværsnit på ledningerne:
2,5 mm².
• De aansluitklemmen worden zichtbaar wanneer
het deksel van de aansluitdoos is verwijderd.
• Zorg ervoor dat de kenmerken van het
elektrische systeem van het huishouden
compatibel zijn met die van het apparaat.
• Sluit het apparaat aan zoals weergegeven in het
schema (in overeenstemming met de netspanning
•
de volgende instructies worden opgevolgd:
voor driefaseaansluiting, scheid de 2 draden
en verwijder de blauwe omhulsels op de grijze
draden.
6. VERWIJDERING
• Het symbool
verpakking geeft aan dat dit product niet mag
worden behandeld als huishoudelijk afval. In
plaats daarvan dient het ingeleverd te worden
bij een speciaal inzamelpunt voor de recycling
van elektrische en elektronische apparatuur.
Door ervoor te zorgen dat dit product op de
juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt
u mogelijke schadelijke gevolgen voor het
milieu en de volksgezondheid te voorkomen,
die veroorzaakt zouden kunnen worden door
onjuiste verwerking van dit product als afval.
Neem voor meer informatie over het recyclen
van dit product contact op met uw plaatselijke
gemeentehuis, uw afvalverwerkingsbedrijf of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
• Het apparaat voldoet aan de richtlijn 2012/19/ EU
die worden gebruikt in elektrische en elektronische
apparaten en afvalverwerking.
² H05V2V2-F, moeten
op het product of op de
89