NL
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees voor uw veiligheid en
voor de correcte werking van
het apparaat deze handleiding
zorgvuldig door alvorens het
apparaat te installeren en te
gebruiken. Bewaar deze
aanwijzingen altijd bij het apparaat,
ook wanneer u het verplaatst of
verkoopt. Gebruikers dienen
volledig op de hoogte te zijn van
de kenmerken van werking en
veiligheid van het apparaat.
De inductiesystemen van deze
kookelementen voldoen aan
de eisen van de EMC-normen
en van de EMV-richtlijn en
mogen niet interfereren met
andere elektronische toestellen.
Gebruikers van hartstimulatoren of
andere elektronische implantaten
dienen bij hun arts of de fabrikant
van de implantaten te informeren
of de toestellen voldoende bestand
zijn tegen interferentie.
De draadverbinding dient
te worden uitgevoerd
door een gespecialiseerd
technicus. Raadpleeg het
hoofdstuk ELEKTRISCHE
AANSLUITING alvorens
verder te gaan met de
elektrische aansluiting.
Voor apparaten met stroomkabels
moet de ligging van de
eindklemmen, of de lengte van
de geleiders tussen de snoerklem
en de eindklemmen zodanig zijn
dat de stroomdraden strak gaan
staan vóór de aardgeleider als het
snoer loskomt uit de snoerklem.
• De fabrikant wijst elke
aansprakelijkheid af voor
schade als gevolg van onjuiste
of ongeoorloofde installatie.
• Controleer of de netspanning
overeenkomt met de spanning
aangegeven op de typeplaat
die aan de binnenzijde van het
product is bevestigd.
• Middelen voor het verbreken
van verbindingen moeten
geïntegreerd zijn in de
vaste bedrading volgens de
bedradingsregels.
• Controleer voor klasse I
apparaten of het stroomnet
van de woning een goede
aarding garandeert.
• Sluit de afzuiger aan op de
uitlaatpijp via een geschikte
b u i s .
R a a d p l e e g
verkrijgbare accessoires die
in de installatiehandleiding
worden getoond (bij ronde buis:
minimale diameter 120 mm).
Het traject van het rookkanaal
dient zo kort mogelijk te zijn.
• Sluit het product aan op het
elektriciteitsnet met behulp van
een omnipolaire schakelaar.
• Er moet voldaan worden aan de
verordeningen inzake luchtafvoer.
• Verbind de afzuigkap niet
met afvoerkanalen voor
verbrandingsgassen (ketels,
haarden, enz.).
d e
85