Regeling met constante curve.
−
Regeling met constante curve met snelheid ingesteld door een extern analoog signaal.
−
Regeling met proportioneel drukverschil afhankelijk van de stroming in het systeem.
−
Regeling Constante T
−
Regeling Constante ∆T
−
8.1.1
Regeling met constant drukverschil
H
Q
8.1.2
Regeling met constante curve
H
Max.
Min.
Q
8.1.3
Regeling met constante curve met extern analoog signaal
H
Max.
Min.
Q
8.1.4
Regeling met proportioneel drukverschil
8.1.5
Functie Constante T
Deze functie zorgt ervoor dat de circulatiepomp het debiet verhoogt of verlaagt om de temperatuur die gemeten wordt door de NTC-
sensor, verbonden zoals beschreven in paragraaf 5.5.3, constant te houden.
Er kunnen 4 bedrijfswijzen worden ingesteld:
Regeling T:
Modus stijgende T als de gewenste temperatuur (Ts) hoger is dan de gemeten temperatuur (T), verhoogt de circulatiepomp het
debiet totdat Ts wordt bereikt
Modus dalende T als de gewenste temperatuur (Ts) hoger is dan de gemeten temperatuur (T), verlaagt de circulatiepomp het
debiet totdat Ts wordt bereikt
Regeling T1:
Modus stijgende T1 als de gewenste temperatuur (Ts) hoger is dan de gemeten temperatuur (T1), verhoogt de circulatiepomp het
debiet totdat Ts wordt bereikt
Modus dalende T1 als de gewenste temperatuur (Ts) hoger is dan de gemeten temperatuur (T1), verlaagt de circulatiepomp het
debiet totdat Ts wordt bereikt
NEDERLANDS
De opvoerhoogte blijft constant, ongeacht de vraag om water.
Deze wijze kan worden ingesteld door middel van het bedieningspaneel op het deksel van de
MCE-C (zie par. 9).
De draaisnelheid wordt op een constant toerental gehouden. Deze draaisnelheid kan worden
ingesteld tussen een minimumwaarde en de nominale frequentie van de circulatiepomp (bijv.
tussen 15 Hz en 50 Hz).
Deze wijze kan worden ingesteld door middel van het bedieningspaneel op het deksel van de
MCE-C (zie par. 9).
De draaisnelheid wordt op een constant toerental gehouden, proportioneel aan de spanning van
het externe analoge signaal (zie par. 5.5.2). De draaisnelheid varieert lineair tussen de nominale
frequentie van de pomp wanneer Vin = 10V en de minimumfrequentie wanneer Vin = 0V.
Deze wijze kan worden ingesteld door middel van het bedieningspaneel op het deksel van de
MCE-C (zie par. 9).
In deze regelmodus wordt de verschildruk verlaagd of verhoogd naarmate de vraag om water af-
of toeneemt.
Deze modus kan worden ingesteld door middel van het bedieningspaneel op het deksel van de
MCE-C (zie par. 9).
84