3. Verwijder het invoerdrijfwiel uit de tandwielkastassemblage
met trek- en draaibewegingen. Gebruik een mechanisch
of hydraulisch persapparaat voor het verwijderen van de
paspennen uit de planetaire tandwielen (fig. 4).
4. Vervang
de
tandwielkastassemblage
Enerpacvervangonderdelen.
5. Monteer de planetaire tandwielen weer in de kastassemblage
met een mechanisch of hydraulisch persapparaat.
6. Smeer alle frictiepunten met hoogwaardige molybdeen-
disulfidevet.
7. Monteer het invoerdrijfwiel opnieuw en installeer de
assemblage in de wielkrans. Monteer de plaatjes en borgring
opnieuw.
9.2 Modellen E391, E392, E393, E492, E493, E494,
E495
1. Verwijder de schroeven (fig. 1, item 2) die de afsteunplaat
(fig. 1, item 1) aan de krachtvermeerderaar vastzetten, en
verwijder de afsteunplaat uit de krachtvermeerderaar.
2. Verwijder de pen die de tandwielkast aan de vierkante
uitvoeraandrijving koppelt, en verwijder de oude vierkante
uitvoeraandrijving.
3. Steek de vierkante vervangingsaandrijfassemblage in de
vierkante aandrijvingsdrager, en breng het gat in het lagere
gedeelte van de vierkante vervangingsaandrijving op één lijn
met het gat in de vierkante aandrijvingsdrager.
4. Steek de pen door het gat in de vierkante aandrijvingsdrager
en in het gat in de vierkante vervangingsaandrijving.
5. Maak de afsteunplaat weer aan de krachtvermeerderaar vast
met de eerder verwijderde schroeven (fig. 1, item 2).
10.0 TOEPASSINGSINFORMATIE
10.1 Afsteun- of reactiekrachten
1. De reactiekrachten van de krachtvermeerderaar absorberen
kan worden gedaan door de hier vermelde normale praktijken
te gebruiken.
2. Neem eerst de afmeting en het type krachtvermeerderaar voor de
toepassing in aanmerking. Onderzoek de ruimtebeperkingen
en de maximaal benodigde moment. Het losbreekmoment
kan 50% hoger zijn dan het vastdraaimoment. Gebruik voor
het losdraaien (losbreekmoment) een krachtvermeerderaar
met een capaciteit van 1 ½ keer het vastdraaimoment. N.B.:
Beschadigde en verroeste bevestigingen kunnen zelfs een
veel hoger aanhaal- of losbreekmoment vereisen, tot zelfs
2x het theoretische vastdraaimoment. Voorbeeld: Verroeste
draadeinden en een aanhaalmoment van 2000 Nm. Kies een
apparaat met een capaciteit van minstens 4000 Nm voor het
losbreekmoment.
3. Selecteer een vast ankerpunt om doorbuiging de afwijking tot
een minimum te beperken. Bepaal waar de reactiekrachten
plaats zullen vinden (bijv. tegen een flens of boven een
aangrenzende bout). N.B.: Dit punt moet de reactiekrachten
van het torsieapparaat kunnen weerstaan. Voorbeeld: Een
E493 krachtvermeerderaar met een capaciteit van 4340
Nm uitgaand moment geeft een afsteunkracht van 8680 N
(885 kg) aan het begin van de afsteunplaat. Reduceer de
afsteunkracht tot 330 kg door het afsteunpunt te verplaatsen
naar het eind van de afsteunplaat. (fig. 6 en 7).
4. Voorkom buiging en houd de hoogte-afstand tussen
krachtvermeerderaar, dop enh bout of moer zo laag mogelijk.
Dit verkleint de torsie (buiging en vredraaiing). (fig. 6).
5. Verleng de levensduur van het apparaat en verhoog de
veiligheid in de werkomgeving door het afsteunpunt zo ver
mogelijk op het eind van de reactiearm- of plaat te plaatsen
(fig. 5).
met
echte
10.2 GRADENBOOG (NONIUS) VOOR DE DRAAIHOEK
Sommige
voor de draaihoek. Dit laat de gebruiker een specifiek aantal
rotatiegraden van de bevestiging meten. De draaihoekmethode
voor het vastdraaien van bevestigingen vereist een waarde
vóór het aanbrengen van het moment en een specifieke extra
rotatie van de bevestiging, die in de toepassing ingebouwd is.
Deze gegevens worden door de technische afdeling van de
oorspronkelijke fabrikant van het apparaat verstrekt indien de
draaihoek-methode van toepassing is.
35
krachtvermeerderaars
hebben
een
gradenboog