8. Beschrijving en oplossing van storingen
Hieronder worden enkele storingen beschreven die als gevolg van slijtage, machinedefecten, bijzonder moeilijke
omgevingsvoorwaarden, onjuiste bediening of gebrekkig onderhoud kunnen optreden.
Er worden methoden voor het opsporen en verhelpen van problemen beschreven:
Voorzichtig! Werkzaamheden aan spanningsgeleidende onderdelen uitsluitend uitvoeren als de
voedingsspanning is losgekoppeld!
1
Reinigingsborstel wordt
niet ingeschakeld
2
Zekering F1 meerdere
keren in korte tijd defect
3
Rode led DL1 brandt niet
4
Borstel draait
voortdurend
5
Borstel draait 2 seconden
en staat dan 4 minuten
stil
Let op: De staartharen mogen niet langer zijn dan 5 cm!
Stroomvoorziening ontbreekt
Sensoren niet in positie
Netspanning te laag
Netspanning te hoog
Besturingsmodule defect
Doorgebrande zekering
Besturingsmodule defect
Stroomvoorziening ontbreekt
Hellingsensor defect
DIP-switch onjuist geconfigureerd
Motorkabel verkeerd aangesloten
Motor defect
Besturingsmodule defect
87
_Stroomaansluiting controleren
_Spanning controleren
_Aansluitkabel / motorkabel controleren
_Temperatuurschakelaar controleren
_Hellingsensor controleren
Displaymelding: 2
_Netspanning <180V bij 230V stroomvoorziening
_Netspanning <85V bij 110V stroomvoorziening
Displaymelding: 1
_Netspanning >270V bij 230V stroomvoorziening
_Netspanning >140V bij 110V stroomvoorziening
_Besturingsmodule vervangen
_Zekering controleren, eventueel vervangen
_Besturingsmodule vervangen
_Stroomaansluiting controleren
_Spanning controleren
_Aansluitkabel / motorkabel controleren
_Zekering F1 defect (10A) => rode led aan
_Reglementaire montage controleren
_Klemmen 8N, 9M en 10G controleren
_DIP-switch zoals in afbeelding 4.1 en 4.2 configureren
_Displaymelding 4
_Aansluiting op motor controleren
_Aansluiting besturingsmodule controleren
_Beide spoelen controleren
_Motor vervangen
_Besturingsmodule vervangen