,
Alle werkzaamheden die de
elektrische aansluiting betreffen,
mogen alleen door een erkend elek-
tricien worden uitgevoerd.
^ De elektrische installatie moet vol-
gens de daarvoor geldende normen
(zoals NEN 1010) zijn geïnstalleerd.
^ De aansluiting op de contactdoos
dient aan alle voorschriften te voldo-
en. De contactdoos moet ook na de
plaatsing van het apparaat toeganke-
lijk zijn. Bij reparaties of onderhouds-
werkzaamheden kan dan eenvoudig
een veiligheidscontrole worden uitge-
voerd. Er dient een hoofdschakelaar
te worden geplaatst waarmee het ap-
paraat met alle polen van het net kan
worden losgekoppeld. Deze
hoofdschakelaar dient een contacto-
pening te hebben van minimaal 3
mm en moet in de nulstand vergren-
delbaar zijn.
^ De elektrische installatie waarop het
apparaat wordt aangesloten, moet
zijn voorzien van een aardlekschake-
laar (richtlijnen van de EU voor Ne-
derland).
^ Bij vervanging van de aansluitkabel
dient een originele Miele-kabel of een
geschikte kabel met kabeleindhul-
zen te worden gebruikt.
^ Zie het typeplaatje voor de techni-
sche gegevens.
Deze automaat mag uitsluitend worden
gebruikt met de spanning, frequentie
en zekering die op het typeplaatje
staan aangegeven.
nl - Elektrische aansluiting
83