5.4. Selectie van de meetmodus
Klinische studies hebben uitgewezen dat meerdere bloeddrukmetingen en de berekening van een «gemiddelde»
meer kans bieden op de bepaling van de juiste bloeddruk. Met de microlife Modus voor Gemiddelden kunt u het
toestel naar een speciale Modus voor Gemiddelden schakelen (MAM) die automatisch meerdere metingen
uitvoert!
Modus voor Gemiddelden / MAM:
a)
Indien een meting met de Modus voor Gemiddelden wilt
uitvoeren, dient u de schakelaar naar rechts te bewegen, in de
richting van nummer 3.
b)
De Modus voor Gemiddelden voert doorgaans 3 opeenvolgende
metingen uit en berekent het resultaat.
c)
Een «
»-symbool op het display geeft aan dat het toestel
op de Modus voor Gemiddelden is ingesteld.
Individuele modus:
a)
Indien u een afzonderlijke meting wilt uitvoeren, dient
u de schakelaar in de richting van nr. 1 te bewegen.
b)
De individuele modus kent enkel 1 meting.
Het instellen van gebruiker 1 of 2:
Met deze geavanceerde bloeddrukmeter kunt u individueel
de bloeddrukmetingen van 2 personen opvragen en opslaan.
a)
Voor de meting dient u ervoor te zorgen dat u het toestel
voor de bedoelde gebruiker hebt ingesteld. Het toestel
kan metingen voor 2 personen nagaan (gebruiker 1,
gebruiker 2).
b)
Het toestel is ingesteld op gebruiker 1. Druk op de
3 seconden vast, tot gebruiker 1 gaat knipperen. Kies nu
met de (M) geheugen knop (fig.2) voor gebruiker 2.
c)
Om gebruiker 2 te bevestigen wacht u circa 3 seconden tot
het symbool stopt met knipperen(fig.3), nu kan gebruiker 2
gebruik maken van de bloeddrukmeter.
d)
Herhaal deze handeling om weer terug naar gebruiker 1 te
gaan.
e)
Wi jstellen voor dat de eerste persoon die zijn of haar bloeddruk meet gebruiker 1 is.
5.5. Meetprocedure
Nadat de manchet juist werd gepositioneerd, kan de meting beginnen:
a)
Druk op de aan/uit. De pomp begint de manchet op te blazen. De
stijgende druk in de manchet wordt op het display weergegeven.
b)
Nadat de geschikte opblaasdruk werd bereikt, stopt de pomp en
zakt de druk geleidelijk. De manchetdruk wordt weergegeven.
Ingeval het opblaasniveau onvoldoende is, zal de meter
automatisch naar een hoger niveau oppompen.
58
1
3
3
1
TIME
1
M
START