WLAN (alleen TVIP11552)
De camera beschikt over een WLAN-netwerkinterface voor de draadloze overdracht van gegevens binnen
een IP-netwerk. Voor de eerste instelling van alle WLAN-parameters moet de netwerkcamera eerst via een
netwerkkabel verbonden zijn.
WLAN:
MAC-adres:
IP-adres:
WLAN-statusindicatie:
ESSID:
Signaalsterkte:
Beveiliging:
Draadloze modus:
Verbinden:
Verbreken:
Handmatig:
Actualiseren:
ESSID:
Handmatige instelling:
Modus:
Infrastructuur
Ad-hoc
Authenticatie:
Open
Gemeenschappelijke code
WPA-PSK / WPA2-PSK
Codering:
Codelengte:
Netwerkcode:
Activeer of deactiveer hier de WLAN-interface.
Weergave van het MAC-adres van de draadloze interface.
Hier wordt het ingestelde IP-adres weergegeven. De toewijzing van het adres
kan automatisch (DHCP) of handmatig gebeuren (zie hieronder).
De camera scant de omgeving automatisch op zoek naar WLAN-
toegangspunten (AP, Access Point).
Weergave van de naam van het draadloze netwerk. Indien er een verbinding
met een toegangspunt is gemaakt, dan wordt dit aangegeven met het teken
"v" voor de ESSID-naam.
Indicatie voor de signaalkwaliteit in procent. Voor een goede verbinding dient
deze waarde niet lager te zijn dan 60%.
Geeft aan op welke manier dit netwerk is beveiligd (coderingstype).
Weergave van de WLAN-standaard die het toegangspunt (Access Point, AP)
ondersteunt.
Door het activeren van deze knop wordt geprobeerd om verbinding te maken
met het geselecteerde toegangspunt. Overige voor de verbinding belangrijke
gegevens moeten in een ander venster worden geconfigureerd (evt. pop-up-
blocker deactiveren!). Het IP-adres wordt automatisch bepaald.
De verbinding met het geselecteerde toegangspunt wordt verbroken.
Handmatige configuratie van alle vereiste gegevens voor een draadloze
verbinding.
Door het activeren van de knop wordt de lijst met beschikbare
toegangspunten geactualiseerd.
De ESSID is de naam van het toegangspunt.
Handmatige instelling van de ESSID.
Selecteer hier de WLAN-verbindingsmodus.
De netwerkcamera wordt via een Access Point met het netwerk verbonden.
In deze bedrijfsmodus is het mogelijk dat de netwerkcamera direct met een
andere netwerkadapter (netwerkkaart) communiceert. Er wordt een
zogenaamde peer-to-peer omgeving opgebouwd.
Hier kan de coderingsmodus voor de draadloze overdracht worden ingesteld.
Er is geen codering geselecteerd.
(WEP, Wired Equivalent Privacy) Voor de codering wordt een 64- resp. 128-
bit-code gebruikt (HEX of ASCII). Voor de communicatie met andere
apparaten moeten deze codes van beide apparaten overeenkomen.
(10/26 HEX tekens of 5/13 ASCII tekens, overeenkomstig bitlengte)
(Wi-fi Protected Access – Pre-Shared-Keys) Bij deze methode worden
dynamische codes gebruikt. Als coderingsprotocollen kunnen TKIP (Temporal
Key Integrity Protocol) of AES (Advanced Encrytion Standard) worden
geselecteerd. Als code moet een zgn. passphrase (Pre-shared Key) worden
toegewezen.
(64 HEX tekens of 8 bis 63 ASCII tekens)
Selecteer hier het betreffende coderingstype.
Gemeenschappelijke code: WEP / gedeactiveerd
WPA-PSK / WPA2-PSK: TKIP of AES
Alleen bei WEP. Selecteer hier de bitlengte voor de code.
Alleen bei WEP. Er kunnen maximaal 4 codes worden toegewezen.
250