Windows-toetsen
Het toetsenbord heeft twee toetsen waarmee specifieke Windows-functies
worden uitgevoerd.
Toets
Toets met het
Windows
Toepassingstoets
Beschrijving
Start-knop. In combinatie met deze toets worden specifieke
functies uitgevoerd. Hieronder volgende enkele
voorbeelden:
<
> : Het Startmenu openen of sluiten
<
> + <D>: Het bureaublad weergeven
<
> + <F>: Een bestand of map zoeken
<
> + <L>: Vergrendelt de computer (als u verbonden
bent met een netwerkdomein), of schakelt naar een andere
gebruiker (als u niet bent verbonden met een
netwerkdomein)
<
> + <M>: Hiermee minimaliseert u alle vensters.
<
> + <R>: Hiermee opent u het dialoogvenster Uitvoeren.
<
> + <T>: Bladeren door programma's op de taakbalk
<
> + <U>: Ease of Access Center openen
<
> + <X>: Windows Mobility Center openen
<
> + <BREAK>: Het dialoogvenster
Systeemeigenschappen weergeven
<
> + <SHIFT+M>: Geminimaliseerde vensters naar het
bureaublad terughalen
<
> + <TAB>: Bladeren door programma's op de taakbalk
via Windows Flip 3-D
<
> + <SPACEBAR>: Alle hulpmiddelen naar voren halen
en Windows Sidebar selecteren
<CTRL> + <
> + <F>: Computers zoeken
(als u verbonden bent met een netwerk)
<CTRL> + <
> + <TAB>: Gebruik de pijltoetsen om door de
programma's op de taakbalk te bladeren met Windows
Flip 3-D
Opmerking: Afhankelijk van uw editie van
Windows, kunnen enkele snelfuncties
wellicht niet zo functioneren als hier
beschreven.
Deze toets heeft hetzelfde effect als het klikken met de
rechter muisknop; het opent het contextmenu van de
toepassing.
5