96
9. Vermogensinstellingen en -kenmerken
Parameter
AUTO
(Fabrieks-
instelling)
BL ( 1-9 )
HD ( 1-9 )
HS ( 1-9 )
Q ( 0-100% )
NL
Curve
tussen de hoogste
en laagste
proportionele druk-
curve
Proportionele druk-
curve
Constante druk-
curve
Constante
toerentalcurve
Doorstroming
Uiterst efficiënte natloop circulatiepomp met schroefkoppeling of flensaansluiting
Functie
Regelt de pomp automatisch binnen het opgegeven
bereik. Aanpassing van het pompvermogen vindt
plaats op basis van de grootte van het systeem en
door de veranderingen in de belasting gedurende
een bepaalde tijdspanne. In de Auto-modus
functioneert de pomp d.m.v. proportionele drukregeling.
Het bedrijfspunt van de pomp ligt, afhankelijk
van de benodigde volumestroom, op de betreffende
proportionele drukcurve.
Het bedrijfspunt van de pomp ligt op de betreffende
constante drukcurve.
De volumestroom is constant.
De pomp werkt met een constant toerental.
Het vermogen is afhankelijk van het ingestelde niveau
(1-9). Door kortstondig op maximaal vermogen te schakelen
(HS9) kan de pomp worden ontlucht.
Geeft de volumestroom tijdens de werking weer.
CPA-E 100 Serie