Bediening
3.) Bevestigingsschroeven handmatig vastdraaien.
Afb. 4
5.) Contramoeren met overeenkomstige steeksleutel
vastdraaien.
Afb. 6
6.4
Begrenzingsketting en wisselautomatiek
6.4.1
Begrenzingsketting
De begrenzingsketting (2) bevindt zich tussen de bovenste traverse van het apparaat en de
wisselautomatiek (1) en voorkomt dat de rubberen grijpklauwen (zonder gegrepen grijpmateriaal) niet
volledig kunnen sluiten (minimaal openingsbereik).
•
Bij extreem snel lopen van het draagapparaat, (bv. graafmachine) met aan de giek hangende, geopende
schaargrijper SG over oneffen terrein kan de wisselautomatiek (1) door de schokbewegingen onbedoeld
worden ontgrendeld.
•
In dit geval begrenst de begrenzingsketting (2) het sluittraject, zodat de grijpklauwen elkaar niet raken
maar op een bepaalde afstand van elkaar worden gehouden.
•
Bij een dergelijke onbedoelde ontgrendeling van de wisselautomatiek (1) kan door de grote dynamiek
overbelasting van de begrenzingsketting (2) c.q. de bevestiging hiervan optreden.
•
Daarom moeten na een dergelijk geval van belasting de begrenzingsketting (zie 2 in afb.A) en haar
bevestigingsschroeven (zie A1 en A2 in afb. A) absoluut worden vervangen en moet worden
gecontroleerd of de rotatierem bij de wisselautomatiek (afb. E) correct functioneert (zie afb. F, G, H)!
•
Bestelnr. vervangende begrenzingsketting zie reserveonderdelenlijst.
53100380
4.) Bevestigingsschroeven met overeenkomstige
steeksleutel vastdraaien.
Afb. 5
6.) Netbeugel is nu gereed voor gebruik→ Afb. 7
Afb. 7
20 / 27
NL