zodanig vervuild zijn dat verdere
aanpassing aan de omstandigheden
niet meer mogelijk is, zal de rook-
melder dit in een vroeg stadium te
kennen geven, zodat u voldoende tijd
hebt het apparaat te vervangen.
Stop: Alarm tijdelijk
uitschakelen resp.
onderdrukken.
Let erop dat de luchtinlaten aan de
buitenrand van de rookmelder niet
door stof, vuil, verf of plakband etc.
zijn afgesloten! Om er zeker van te
zijn dat de rookmelder juist functio-
neert, dient u de werking van het
apparaat regelmatig, minimaal een
keer per maand, te controleren door
de test-/stopknop (afb. 1, IV.) in te
drukken, waarna het testalarm zal
afgaan (afb. 5). Let er daarbij op dat
de rookmelder onbeschadigd is en
goed vastzit aan het plafond. De
luchtinlaten (afb. 1, II.) moeten boven-
MoAnltg RWM 300_DE_GB_FR_NL_IT_150716.indd 66
dien vrij zijn van elke vorm van
verontreiniging.
Om een goed functioneren te garan-
deren, dient de rookmelder overeen-
komstig DIN 14676 minimaal een keer
per jaar te worden onderhouden.
Ga daarbij als volgt te werk:
• Wis indien nodig het stof met een
zachte doek van de rookmelder;
vervuiling kunt u met een vochtige
doek zonder reinigingsmiddel
verwijderen.
Afb. 6
LEVENSDUUR VAN HET APPARAAT
Na uiterlijk 12 jaar is de beoogde en
tegelijkertijd maximale levensduur
van de rookmelder bereikt. De hier
genoemde 12 jaar zijn gebaseerd op
een typische levensduur van 10 jaar
en een gebruiks-/energiereserve van
maximaal 2 jaar voor het product.
Vervang het apparaat na afloop van
de levensduur.
– 66 –
16.07.15 14:32