8.2.3 Reparatie aandrijfwiel
Om het wiel/de band te verwijderen:
Zie hieronder en op de volgende bladzijde voor foto's.
• Verwijder de gekleurde ring.
• Gebruik een 16 mm dop om de 3 slotbouten los te maken (fig.
8.2).
• Til de basis/accubehuizing op en ondersteun deze met
blokken, (Fig. 8.3).
• Verwijder de 3 bouten en trek het wiel van de naaf af.
• Verwijder de ventieldop en laat de lucht ontsnappen door
rustig met een kleine schroevendraaier op het ventiel te
drukken, (Fig. 8.4).
• Er bevinden zich 6 bouten in de velg die losgedraaid/
vastgedraaid moeten worden in de volgorde zoals getoond,
(Fig. 8.5).
• Gebruik een 5,0mm inbussleutel om deze moeren los/vast te
draaien. (Fig. 8.5).
• Til de binnenring van het wiel af (Fig. 8.6).
• Til de band en de binnenband uit de buitenste rand, (Fig. 8.7).
• Houd de binnenband voorzichtig vast, achter het ventiel.
• Haal de binnenband voorzichtig uit de band, (Fig. 8.8).
• Controleer of alle onderdelen schoon zijn voordat u alles weer
in elkaar zet, (Fig. 8.9).
Terugplaatsen
• Plaats de binnenband in de band en laat de band op de
buitenring rusten.
• Leg daarbij het ventiel op de daarvoor bestemde uitsparing in
de rand.
• Daarbij moet het ventiel naar buiten wijzen.
• Plaats de binnenring over de band, binnenband en buitenring.
• Plaats daarbij de uitsparing voor het ventiel over het ventiel.
De uitsparingen in de binnen- en buitenring en het ventiel
moeten overeenkomen, (Fig. 8.10).
• Controleer of de moeren in lijn zijn op beide ringen.
• Draai de moeren vast in de eerder getoonde volgorde; let op
dat u daarbij niet in de binnenband steekt (Fig. 8.5).
• Pomp de band nu langzaam op tot de druk die is aangegeven
in hoofdstuk 8.3.
• Plaats het wiel terug op de motoras en zet het goed vast met
de kopbouten, met een draaikracht van 34 Nm.
Voor massieve banden geldt dezelfde volgorde, maar kunt u de
informatie over de binnenband en het ventiel overslaan.
Fig. 8.2
132
Fig. 8.3
Fig. 8.4
Fig. 8.5
Fig. 8.6
1
3
6
5
4
2
Q300 M Mini Rev.F