2.5 Veiligheid: Verstikkingsgevaar
GEVAAR!
In dit mobiliteitshulpmiddel zijn kleine onderdelen verwerkt
die onder bepaalde omstandigheden een verstikkingsgevaar
voor kleine kinderen kunnen vormen.
2.6 Veiligheid: Gebruik van een (op een voertuig
bevestigde) rolstoellift
In bussen, minibussen en gebouwen worden rolstoelliften
gebruikt om u te helpen van een bepaald niveau naar een
ander niveau te komen.
GEVAAR!
• De rolstoelgebruiker en alle verzorgers dienen de instructies
van de liftfabrikant volledig te begrijpen wanneer er gebruik
gemaakt wordt van de lift.
• Overschrijd nooit de aanbevolen richtlijnen voor maximaal
veilige belasting.
• Zet altijd alle stroom uit wanneer u zich op de lift bevindt.
Als u dit niet doet en onverhoopt de joystick aanraakt,
kan dit tot gevolg hebben dat uw rolstoel van het platform
afrijdt. De rolstop-beveiliging aan de rand van het platform
kan dit niet altijd voorkomen.
• De gebruiker moet altijd op een goede en veilige manier in
de rolstoel worden geplaatst om te voorkomen dat hij of zij
valt terwijl de rolstoel op het liftplatform staat.
• Controleer altijd of de stoel in de rijmode staat wanneer
men gebruik maakt van een passagierslift (wielen
vergrendeld, niet in vrijloopmode).
104
2.7 Veiligheid: Werkbladen
Veiligheid: Wegklapbaar werkblad:
GEVAAR!
• Het maximaal toegestane gewicht voor het werkblad is 2,5
kg.
• Overbelast het werkblad niet; dit kan leiden tot afbreken
van het werkblad of instabiel worden van de rolstoel.
• Laat geen brandende sigaretten of andere hittebronnen op
het blad liggen; hierdoor kan het werkblad vervormen of
kunnen brandvlekken ontstaan.
• Zorg ervoor dat handen, voeten en kledingstukken niet
beklemd raken wanneer het werkblad wordt aangebracht
om te gebruiken.
2.8 Veiligheid: Optillen van de rolstoel
WAARSCHUWING!
• Til dit zitsysteem nooit op aan onderdelen die verwijderd
kunnen worden. Als u dit wel doet, kan dit leiden tot schade
aan het zitsysteem of letsel bij de gebruiker.
Q300 M Mini Rev.F