Controleer de bediening:
• Controleer het dunne rubberen omhulsel aan de onderkant
van de joystickhendel op schade en scheuren. Controleer
dit alleen visueel, kom er niet aan.
• Controleer of alle onderdelen van het bedieningssysteem
goed vastgemaakt zijn. Draai veiligheidsschroeven niet
overmatig vast aan.
Controleer de bediening:
• Schakel de handbediening in - Gaan de lampjes knipperen?
Dit duidt op een storing in het elektrische circuit. Zie
hoofdstuk 9 voor eenvoudige probleemoplossing.
• Probeer alle elektrische accessoires, zoals verlichting en
richtingaanwijzers (indien aanwezig) te controleren of deze
correct functioneren.
• Zet de zitting in verhoogde positie en controleer of de
rolstoel nu overgaat in "kruipmode" wanneer u rijdt.
• Probeer alle rijprofielen om te controleren of de rolstoel
hetzelfde functioneert als voor het onderhoud of de
reparatie.
WAARSCHUWING!
• Als u twijfelt over de functievereisten van uw rolstoel, kunt
u contact opnemen met uw erkende Sunrise Medical dealer.
• Controleer altijd eerst of de scootmobiel correct
functioneert nadat er onderhoud of reparaties hebben
plaatsgevonden.
• Een volledige controle, veiligheidscontrole en servicebeurt
dient uitgevoerd te worden door een erkende Sunrise
Medical dealer.
• Bij vervanging van bevestigingsmateriaal moet altijd van
exact dezelfde producten gebruikgemaakt worden en
moeten dezelfde lengte, de trekkracht en materialen
worden gebruikt.
• Zorg ervoor dat bij vervanging van zelfborgende
moeren, of moeren/bouten bevestigd met een
schroefdraadborgingsmiddel, weer een gepast
schroefdraadborgingsmiddel op de bevestiging wordt
aangebracht.
• Controleer of alle Velcro klittenbandbeveiligingen goed
vastgeplakt zitten nadat ze op elkaar zijn gedrukt.
• Zorg ervoor dat vuil, zoals pluizen, haar en dergelijke
van het klittenband wordt verwijderd. Hierdoor kan de
plakkracht van het klittenband afnemen.
Maandelijkse controle:
Voer maandelijks, voor gebruik van de rolstoel, de controle uit
zoals hieronder wordt vermeld.
• Alle bevestigingen maandelijks te controleren op slijtage,
zoals losse bouten of kapotte onderdelen.
• Controleer maandelijks alle banden op rafels, gescheurde
naden of andere aanwijzingen van overmatige slijtage.
Gebruik de borstgordel niet indien slijtage wordt
geconstateerd.
Q300 M Mini Rev.F
8.2 Onderhoud banden en bandenspanning
8.2.1 Bandendruk
OPGELET!
Als uw rolstoel is uitgerust met luchtbanden, is het van belang
dat u geregeld de bandenspanning controleert en de banden
op slijtage controleert.
In hoofdstuk 8.3 staan de maximale bandenspanningen
vermeld. Kijk bij twijfel naar de markering op de zijkant van de
rolstoelband voor richtlijnen.
OPMERKING: Het is belangrijk dat de aandrijfwielen als paar
op gelijke spanning zijn. Dit geldt ook voor de achterwielen.
De meegeleverde pomp biedt de meest veilige methode om
de banden op te pompen. De bandenspanning kan worden
gecontroleerd met een luchtdrukmeter in een garage of
benzinestation.
GEVAAR!
• Pomp de banden niet harder op dan de maximaal
toegestane druk.
• Gebruik altijd de meegeleverde pomp.
8.2.2 Slijtage banden
Wanneer de banden op slijtage worden gecontroleerd, kijk
dan vooral naar schuurplekken, inkepingen en een verminderd
profiel. De banden moeten worden vervangen als het profiel
niet meer op het hele oppervlakte van het wiel zichtbaar is.
(Fig. 8.1).
Fig. 8.1
131