NEDERLANDS
Scene wijzigen
Soms blijkt een opgeslagen scène niet te voldoen. Dan kan men:
De scène volledig terug instellen en bewaren
De scène aanpassen door de intensiteit van bepaalde kanalen te verhogen of te verlagen
Men volgt dan de normale procedure om een scène te bewaren. Zodra men met <RECORD/SHIFT> +
<PRESET B x> het werkgeheugen in de Preset B fader bewaart, wordt de oude lichtstand overschreven met
de nieuwe.
Als er maar één of enkele kanalen van een scène in intensiteit moeten wijzigen is het handiger om de
actuele scène op te roepen en deze aan te passen. De CMX24 heeft een speciale Edit modus die toelaat om
de kanalen te wijzigen.
Men moet eerst de gewenste Preset B fader waarin de scène opgeslagen is in edit modus plaatsen:
Zorg ervoor dat programmeer modus actief is.
Zorg ervoor dat Chase/Scenes actief is.
Plaats alle Preset A faders in de onderste positie
Kies de juiste pagina met <PAGINA/REC CLEAR> toets
Breng de Preset B fader in edit modus:
Houd de <EDIT/ALL REV> toets ingedrukt
o
Druk op de <PRESET B x> toets en laat los. X moet je vervangen door 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,
o
8, 9, 10, 11 of 12 afhankelijk van de preset B fader die je wilt aanpassen
Laat de <EDIT/ALL REV> toets los
o
o
Het gele lampje boven de Preset B fader gaat branden en de actuele lichtstand wordt
getoond, ongeacht de positie van de Preset B faders en de master B fader.
Nu kan men de intensiteit van kanalen verhogen door:
Houd de <UP/CHASE REV> toets ingedrukt
Houd de <PRESET A x> toets van het kanaal waarvan u de intensiteit wil verhogen ingedrukt
Gebruik <PRESET B x> toets voor kanalen 13 tot en met 24.
Je ziet de intensiteit langzaam stijgen, op uw lichtbronnen en het display.
Laat de toetsen los zodra de gewenste intensiteit bereikt is.
Het is ook mogelijk om de intensiteit van kanalen te verlagen met:
Houd de <DOWN/BEAT REV> toets ingedrukt
Houd de <PRESET A x> toets ingedrukt van de kanaal waarvan u de intensiteit wil verhogen
Gebruik <PRESET B x> toets voor kanalen 13 tot en met 24.
Je ziet de intensiteit langzaam dalen, op uw lichtbronnen en het display.
Laat de toetsen los zodra de gewenste intensiteit bereikt is.
!! De ingestelde intensiteit wordt direct bewaard, er is geen mogelijkheid om de aanpassingen
ongedaan te maken.
Verlaat de Edit modus met:
Houd de <RECORD/SHIFT> toets ingedrukt
Druk op de <KILL/REC EXIT> toets en laat los
Laat de <RECORD/SHIFT> toets los
De normale output van de lichtsturing wordt terug getoond.
Chasebewaren
Een chase is een opeenvolging van lichtstanden die op een bepaald ritme getoond worden.
De sturing maakt eigenlijk geen onderscheid tussen scènes en chases. Een scène is gewoon een chase met
1 lichtstand. U zult dus merken dat de methode om een chase te bewaren bijna identiek is aan de manier om
een scène te bewaren.
(Op dit moment is de programmeermodus geactiveerd, zoniet zorg dat dit wel het geval is.)
Zorg ervoor dat het werkgeheugen leeg is:
Houd de <RECORD/SHIFT> toets ingedrukt
Druk en laat los de <PAGINA/REC CLEAR> toets
Laat de <RECORD/SHIFT> toets los
JB SYSTEMS
61/93
®
HANDLEIDING
CMX24
NEDERLANDS
We gaan een chase maken die bestaat uit 4 lichtstanden. Let op dat u in programmamodus werkt en dat uw
master niet op 0 staat
Lichtstand 1
Stel de eerste lichtstand in:
Kanaal 1 op 100%
Alle andere kanalen op 0%
Sla nu de lichtstand op in het werkgeheugen:
Druk op de <RECORD/SHIFT> toets en laat los
Op het display verschijnt [001], eerste lichtstand
Lichtstand 2
Stel de tweede lichtstand in:
Kanaal 2 op 100%
Alle andere kanalen op 0%
Sla nu de lichtstand op in het werkgeheugen:
Druk op de <RECORD/SHIFT> toets en laat los
Op het display verschijnt [002], tweede lichtstand
Lichtstand 3
Stel de derde lichtstand in:
Kanaal 3 op 100%
Alle andere kanalen op 0%
Sla nu de lichtstand op in het werkgeheugen:
Druk op de <RECORD/SHIFT> toets en laat los
Op het display verschijnt [003], derde lichtstand
Lichtstand 4
Stel de vierde lichtstand in:
Kanaal 4 op 100%
Alle andere kanalen op 0%
Sla nu de lichtstand op in het werkgeheugen:
Druk op de <RECORD/SHIFT> toets en laat los
Op het display verschijnt [004], vierde lichtstand
De vier lichtstanden zijn nu opgeslagen in het werkgeheugen. Nu bewaren we het werkgeheugen onder
Preset B 7 fader van pagina 1:
Selecteer pagina 1 door de <PAGINA/REC CLEAR> toets in te drukken/los te laten tot het
lampje boven 1 gaat branden.
Druk en houdt ingedrukt de <RECORD/SHIFT> toets
Druk en laat los de <PRESET B 7> toets
Laat de <RECORD/SHIFT> toets los
Je hebt nu een chase opgeslagen onder de Preset B 7 fader. Het werkgeheugen is leeg gemaakt.
Chase tonen
Vanuit de Chase/Scenes modus kan je de opgeslagen chase nu weergeven. Zorg ervoor dat:
Chase/Scenes modus actief is (met <MODUS SELECT/REC SPEED> toets)
{MASTER B} fader zich in de onderste stand bevindt
{SPEED} fader zich in de bovenste stand bevindt
{FADER} fader zich in de bovenste stand bevindt
MIX Chase actief is, selecteer dit met <PARK> toets boven de MASTER B fader, in
Chase/Scenes modus. Het [MIX CHASE] lampje bevindt zich boven de FADE fader, dit moet
branden.
Black-out niet actief is
Audio niet actief is, druk/laat los de <AUDIO> toets tot het [AUDIO] lampje dooft.
Alle preset faders (A en B) zich in de onderste positie bevinden.
Schuif nu de {PRESET B 7} fader naar boven. Je ziet de chase verschijnen op de groene lampjes (en uw
lichtbronnen).
JB SYSTEMS
62/93
®
HANDLEIDING
CMX24