Télécharger Imprimer la page

Hilti DD 350-CA Mode D'emploi page 134

Masquer les pouces Voir aussi pour DD 350-CA:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 46
5.
Zet de excenter met het handwiel rechtsom matig
vast.
AANWIJZING Als er teveel kracht wordt uitgeoefend
breekt de borgpen af.
6.
Voer aan de tegenovergestelde zijde van de slede
de kabel door de kabelgeleiding.
7.
Controleer of het apparaat goed is vastgezet.
5.9 Wateraansluiting bevestigen
AANWIJZING
Controleer voordat u de kernboormachine inschakelt of
de 3-weg klep in de positie voor nat- of droogboren staat.
1.
Sluit de klep in de watertoevoerleiding.
2.
Sluit de watertoevoerslang met de slangkoppeling
op de kernboormachine aan.
AANWIJZING Een als toebehoren verkrijgbare
nl
doorvoerindicatie kan tussen de slangkoppeling
van het apparaat en de watertoevoer worden
ingebouwd.
5.10 Wateropvangsysteem monteren
(toebehoren) 12
AANWIJZING
Door gebruik te maken van het wateropvangsysteem kunt
u het water gericht afvoeren en daardoor voorkomen dat
de omgeving sterk vervuild wordt. Bij het werken met
boorkronen tot 250 mm diameter adviseren wij altijd om
gebruik te maken van het wateropvangsysteem. Samen
met een natzuiger wordt het beste resultaat behaald. Bij
werkzaamheden aan plafonds moet de boorkolom in een
hoek van 90° ten opzichte van het plafond staan en moet
de afdichting zijn aangepast aan de diameter van de
diamantboorkroon.
1.
Draai de bout aan de voorzijde van de rail bij het
draaipunt van de boorkolom los.
2.
Schuif de wateropvanghouder van onderaf achter
de bout.
3.
Zet de bout vast.
4.
Plaats het vat voor de wateropvang tussen de twee
bewegelijke armen van de houder.
5.
Bevestig het vat voor de wateropvang met de twee
schroeven aan de houder.
6.
Sluit een natzuiger op het vat voor de wateropvang
aan of maak een slangverbinding waardoor het wa-
ter weg kan stromen.
5.11 Diamantboorkroon aanbrengen
(gereedschapopname BL) 13
GEVAAR
Het foutief monteren en positioneren van de boorkroon
kan door gebroken en weggeslingerde onderdelen voor
gevaarlijke situaties zorgen. Controleer of de boorkroon
correct gemonteerd is.
126
GEVAAR
Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Contro-
leer het inzetgereedschap voor elk gebruik op afsplin-
teringen en scheuren, slijtage of sterke gebruiksspo-
ren. Gebruik geen beschadigd gereedschap. Brok-
stukken van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap
kunnen worden weggeslingerd en letsel veroorzaken, ook
buiten het directe werkgebied.
AANWIJZING
Diamantboorkronen moeten worden vervangen zodra de
snijprestatie resp. de boorsnelheid merkbaar afneemt.
In het algemeen is dit het geval als de hoogte van de
diamantsegmenten minder dan 2 mm is.
ATTENTIE
Het gereedschap kan door het gebruik of het slijpen heet
worden. U kunt uw handen verbranden. Gebruik werk-
handschoenen voor het wisselen van gereedschap.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Vergrendel de slede op de rail en controleer de
vergrendeling door licht aan het handwiel te draaien.
3.
Breng het bevestigingssysteem van de diamant-
boorkroon van onderaf in de vertanding van de
gereedschapopname van de kernboormachine aan.
4.
Sluit de gereedschapopname door deze in de rich-
ting van het symbool met de gesloten klemmen te
draaien.
5.
Controleer of de diamantboorkroon goed in de ge-
reedschapopname is bevestigd door eraan te trek-
ken en hem heen en weer te bewegen.
6.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door rond-
draaiende boorkroon! Bij het op de ondergrond laten
zakken van een ronddraaiende boorkroon kunnen
lichaamsdelen worden afgerukt. Zorg voor een zo
klein mogelijke afstand tussen de boorkroon en de
ondergrond nadat u de boorkroon hebt gemonteerd
en voordat u het diamantboorsysteem inschakelt.
Breng de boorkroon zo dicht mogelijk bij het te
bewerken oppervlak. Het oppervlak mag echter
niet worden geraakt.
5.12 Diepte-aanslag instellen (toebehoren)
1.
Draai de diamantboorkroon met het handwiel op de
ondergrond.
2.
Stel met de afstand tussen de slede en de diepte-
aanslag de gewenste boordiepte in.
3.
Fixeer de diepte-aanslag met de klembout.
5.13 Toerental kiezen
1.
Selecteer de instelling van de schakelaar aan de
hand van de gebruikte boorkroondiameter.
AANWIJZING Het wijzigen van het boorkroontoe-
rental is mogelijk tijdens het gebruik.

Publicité

loading