10. Monteer het nieuwe vat en zet het vast door de handelingen 6,4,5 omgekeerd uit te voeren.
11.
Monteer de ring op het vat door de positioneringsband in de zitting op de borgkraag te plaatsen tot de aanslag van de tand (Afb.26a)
12. Haal de schroef (Afb.26b) aan om te voorkomen dat de ring kan draaien en om de positie ervan vast te zetten.
13. Klik de kap op zijn plaats door handeling 3 omgekeerd uit te voeren.
14. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Alvorens te beginnen met het opsporen van storingen moet de elektrische verbinding van de elektropomp worden losgemaakt
(stekker uit het stopcontact halen).
STORING
LED
Rood: uit
De pomp start niet.
Wit: uit
Blauw: uit
Rood: brandt
De pomp start niet.
Wit: brandt
Blauw: uit
Rood: uit
De pomp start niet.
Wit: brandt
Blauw: uit
Rood: uit
De pomp stopt niet.
Wit: brandt
Blauw: uit
Rood: uit
Persing onvoldoende
Wit: brandt
Blauw: uit
Afb. 23
WAARSCHIJNLIJKE OORZAKEN
Geen elektrische voeding.
As geblokkeerd
Gebruikspunt op een hoger niveau
dan het niveau dat gelijk is aan de
herstartdruk van het systeem, (par.
3.2).
1. Lek in de installatie.
2. Rotor of hydraulisch onderdeel
verstopt.
3. Intrede van lucht in de
aanzuigleiding.
4. Stromingssensor defect
1. Te hoge aanzuigdiepte.
2. Aanzuigleiding verstopt of met
te kleine diameter.
3. Rotor of hydraulisch onderdeel
verstopt.
NEDERLANDS
OPLOSSINGEN
Controleren of er spanning op het stopcontact staat en de stekker er
opnieuw in steken.
Zie de paragraaf Onderhoud motoras.
Verhoog de waarde van de herstartdruk van het systeem door SP te
verhogen of RP te verlagen.
1. Controleer de installatie, zoek het lek en hef het op.
2. Demonteer het systeem en hef de verstoppingen op
(assistentiedienst).
3. Controleer de aanzuigleiding, spoor de oorzaak van de
luchtintrede op en hef deze op.
4. Contacteer het assistentiecentrum.
1. Naarmate de aanzuigdiepte hoger is, nemen de hydraulische
prestaties van het product af (par. Beschrijving van de
elektropomp). Controleer of de aanzuigdiepte kan worden
gereduceerd. Gebruik een aanzuigleiding met grotere diameter
(nooit kleiner dan 1"1/4 voor een enkele pomp, grotere
doorsneden voor groepen).
2. Controleer de aanzuigleiding, spoor de oorzaak van de geringere
stroming op (verstopping, scherpe bocht, stijgend gedeelte ...) en
hef hem op.
246
Afb. 24
Afb. 25
Afb. 26