GEVAAR
Gevaar voor letsel!
Het apparaat kan onverwacht gaan bewegen en letsel veroorza-
ken.
Zet voor alle werkzaamheden de sleutelschakelaar van het appa-
raat op '0' en trek de sleutel eruit.
Storing
Het apparaat kan niet gestart
worden
De waterhoeveelheid is on-
voldoende
Het zuigvermogen is te ge-
ring
Het reinigingsresultaat is on-
voldoende
De zuigturbine loopt met ho-
ger toerental
De borstel draait niet
Het apparaat vibreert bij het
reinigen
Aanduiding
Schijfborstel, wit (zeer zacht)
Schijfborstel, natuur (zacht)
Schijfborstel, rood (gemiddeld,
standaard)
Schijfborstel, zwart (hard)
Pad-rijschotel
Pad, wit
Pad, rood (gemiddeld zacht)
Pad, groen (gemiddeld hard)
Pad, zwart (hard)
Pad, bruin (SPP)
Hulp bij storingen
Oplossing
1. De sleutelschakelaar op "1" zetten.
2. De noodstoptoets op het bedieningsveld ontgrendelen door eraan te draaien. (Opmerking: niet alle
versies van de apparaten zijn uitgerust met een noodstoptoets)
3. De veiligheidsschakelaar bedienen.
4. De batterijstekker erin steken.
5. De batterijen controleren, eventueel opladen.
6. Controleren of de batterijpolen zijn aangesloten.
1. De vulstand van het verswater controleren, eventueel de tank vullen.
2. De waterhoeveelheid met de regelknop waterhoeveelheid verhogen.
3. De waterverdeelstrip van de reinigingskop aftrekken en het waterkanaal reinigen (alleen BR-vari-
ant).
4. Het filter verswater reinigen.
5. De slangen op verstopping controleren, eventueel reinigen.
1. Het apparaat afzetten en het vuilwater aftappen.
2. De afdichtingen tussen het vuilwaterreservoir en de deksel reinigen en op dichtheid controleren,
eventueel vervangen.
3. Controleer of de zuigslang correct met het vuilwaterreservoir is verbonden.
4. De pluizenzeef op vervuiling controleren, eventueel reinigen.
5. De zuiglippen van de zuigbalk reinigen, eventueel omkeren of vervangen.
6. Controleren of de deksel van de vuilwater-aftapslang is gesloten.
7. De instelling van de zuigbalk controleren.
8. De zuigslang op verstopping controleren eventueel reinigen. Bij het opnieuw plaatsen van de aan-
zuigslang moet de witte markering van de slang tegen de houdklem liggen.
9. De aanzuigslang op dichtheid controleren, eventueel reinigen.
1. De snelheid reduceren.
2. De borstels op slijtage controleren, eventueel vervangen.
3. Het borsteltype en het reinigingsmiddel op geschiktheid controleren.
1. Het vuilwater aftappen.
2. De vlotter reinigen.
3. De pluizenzeef controleren, eventueel reinigen.
4. De zuigslang op verstopping controleren eventueel reinigen.
5. De zuigbalk op verstopping controleren, eventueel verstopping verhelpen
1. Controleren of een vreemd voorwerp de borstel blokkeert, eventueel het voorwerp verwijderen.
1. Een zachtere borstel gebruiken.
Toebehoren BD-variant
BD 70/75 on-
BD 80/100
derdeelnr.
onderdeelnr.
4905-011,0
4905-030,0
4905-012,0
4905-031,0
4905-010,0
4.905-000.0 Voor het gebruik bij alle gebruikelijke reinigingstaken
4905-013,0
4905-032,0
4762-590,0
4762-447,0
–
6.371-331.0 Voor het polijsten van bodems
6369-003,0
6371-147,0
6369-002,0
6371-148,0
6369-001,0
6371-169,0
2639-290,0
2639-288,0
Nederlands
Trek de netstekker van de oplader eruit.
Het vuilwater en vuilwater aftappen en afvoeren.
Bij storingen die met deze tabel niet kunnen worden verholpen
de klantenservice raadplegen.
Beschrijving
Voor de reiniging van gering vervuilde of ongevoelige bodems
Van natuurvezels voor cleanen en polijsten
Voor sterke vervuiling en voor een basisreiniging, alleen voor onge-
voelige oppervlakken
Voor de reiniging met pads, met snelwisselkoppeling en centerlock
Voor de reiniging en het cleanen van alle bodems
Voor de reiniging van sterk vervuilde bodems en voor de basisreini-
ging
Bij hardnekkige vervuiling en voor de basisreiniging
Voor de verzorgingsfilm van harde en elastieke oppervlaktes
49