NL
zet, ook bij een geactiveerd fornuis.
Het symbool
verschijnt in de
vermogensindicator van een plaat:
Het inductiesysteem merkt geen aan-
wezigheid op van een pot of pan op de
plaat of de pot of pan is niet geschikt
voor gebruik.
Een plaat wordt uitgeschakeld en
de melding C81 of C82 verschijnt
in de indicatoren:
Overdreven temperatuur van het elek-
tronische systeem of van het glas.
Wacht een tijdje tot het elektronische
systeem afkoelt of verwijder de pot
of pan om het glas te laten afkoelen.
C85 verschijnt in de indicator van
één van de platen:
Gebruik van ongeschikte pan of pot.
Het fornuis uiten inschakelen en
proberen met een andere pot of pan.
Het apparaat schakelt uit en het
bericht C90 verschijnt op de
vermogensindicators (3):
De aanraakbediening neemt waar dat
de aan/uit-sensor (1) afgedekt wordt
en zorgt ervoor dat de kookplaat
n i e t i n s c h a k e l t . Ve r w i j d e r d e
mogelijke voorwerpen of vloeistoffen
die zich op het oppervlak van de
aanraakbediening bevinden, maak dit
schoon en droog het totdat het bericht
verdwijnt.
Het apparaat schakelt uit en het
bericht C91 verschijnt op de
vermogensindicators (3):
De aanraakbediening neemt waar dat
de aan/uit-sensor (6) afgedekt wordt
en zorgt ervoor dat de kookplaat
niet inschakelt. Verwijder mogelijk
voorwerpen of vloeistoffen en houd de
aanraakbediening schoon en droog.
Druk twee keer op de Stop&Go-sensor
(6) om het bericht te verwijderen en
keer terug naar de normale bediening.
136