(1) krijgt altijd prioriteit om de
aanraakgevoelige bediening uit te
schakelen.
KOOKPLATEN INSCHAKELEN
Zodra de Aanraakgevoelige bediening
wordt ingeschakeld met sensor
kan elke plaat worden ingeschakeld
door deze stappen te volgen:
1 Schuif uw vinger of raak een
positie aan van een van de
schuifregelaar sensoren (2).
De zone werd geselecteerd en
getlijktijdig wordt het stroomniveau
ingesteld tussen 0 en 9. Die
stroomwaarde wordt weergegeven
o p d e o v e r e e n s t e m m e n d e
stroomindicator en het decimale
punt (4) licht op gedurende 10
seconden.
2 Gebruik de cursor schuifregelaar
(2) om een nieuw bereidingsniveau
te selecteren tussen 0 en 9.
Zolang de plaat geselecteerd is, met
andere woorden, als het decimale (5)
punt oplicht, kan het stroomniveau
worden gewijzigd.
EEN PLAAT UITSCHAKELEN
Verlaag het stroomniveau naar niveau
0 met de schuifregelaar (2). De
kookplaat schakelt uit.
Als een kookplaat uitgeschakeld wordt,
verschijnt een H in de stroomindicator
(3) als het glazen oppervlak van de
betrokken kookplaat warm is en er
een risico bestaat op brandwonden.
Als de temperatuur daalt, schakelt
de indicator (3) uit (als de kookplaat
uitgeschakeld is) of zo niet licht een
"-" op als de kookplaat nog steeds
ingeschakeld is.
ALLE PLATEN UITSCHAKELEN
Alle platen kunnen gelijktijdig worden
uitgeschakeld met de algemene
aan/uit-sensor
(1). Alle plaat-
indicatoren (3) schakelen uit. Als de
uitgeschakelde kookplaat warm is,
geeft de indicator H weer.
Pandetectie
Inductie kookplaten hebben een
ingebouwde pan detectie. De plaat
zal dus uitschakelen als er geen
pan aanwezig is of als de pan niet
geschikt is.
(1)
De stroomindicator (3) geven een
symbool
weer om aan te geven
dat "er geen pan aanwezig is" als
er, met de plaat ingeschakeld, geen
panwordt gedetecteerd of als de pan
niet geschikt is.
Als een pan van de kookplaat wordt
gehaald terwijl de plaat ingeschakeld
is, zal de plaat automatisch geen
energie meer ontvangen en het
symbool voor "er is geen pan"
verschijnt. Als er opnieuw een pan
op de kookplaat wordt geplaatst,
wordt opnieuw energie geleverd
op hetzelfde vooraf geselecteerde
stroomniveau.
De tijdsduur voor de detectie van
pannen is 3 minuten. Als er tijdens
deze tijdsduur geen pan wordt
geplaatst, of als de pan niet geschikt
is, schakelt de kookplaat uit.
A a n h e t e i n d e s c h a k e l t u
d e k o o k p l a a t u i t m e t d e
aanraakgevoelige bediening. Zo
niet kan een ongewenste bewerking
worden uitgevoerd als er een pan
per ongeluk op de kookplaat wordt
geplaatst tijdens deze drie minuten.
Vermijd potentiële ongevallen!
Blokkeren functie
Met de Blokkeren functie kunt u
de andere sensoren blokkeren,
behalve de aan/uit sensor
om ongewenste bewerkingen te
vermijden. Deze functie is nuttig als
een kinderbeveiliging.
Om deze functie in te schakelen, raakt
u de aanraaksensor
minimum één seconde aan. Daarna
schakelt het pilootlampje (7) in om
aan te tonen dat het bedieningspaneel
geblokkeerd is. Om de functie uit te
schakelen, raakt u eenvoudig opnieuw
de sensor
(6) aan.
Als de aan/uit sensor
gebruikt om het apparaat uit te
schakelen als de blokkeren functie
ingeschakeld is, is het niet mogelijk de
kookplaat opnieuw in te schakelen tot
ze gedeblokkeerd is.
De pieptoon uitschakelen
Als de kookplaat ingeschakeld
is en u drukt gelijktijdig op de
aanraaktoets (11) en de vergrendeling
aanraaktoets
seconden wordt de pieptoon die
weerklinkt bij elke actie uitgeschakeld.
De tijdsindicator (12) geeft "OF" weer.
Deze uitschakeling geldt niet voor alle
functies, bijvoorbeeld de pieptoon voor
aan/uit, als de tijdsduur van de timer
verstreken is of het vergrendelen/
ontgrendelen van de aanraaktoetsen
blijft ingeschakeld.
Als u de pieptoon opnieuw wilt
inschakelen bij de acties drukt u
opnieuw gelijktijdig op de aanraaktoets
(11) en de vergrendeling toets
(6) gedurende drie seconden. De
tijdsindicator (12) geeft "On" weer.
Stop&Go functie
Deze functie schakelt de kookplaat op
pauze. De timer wordt ook gepauzeerd
als hij ingeschakeld is.
De Stop-functie inschakelen.
Raak de Stop-sensor
een seconde in. Het pilootlampje (9)
licht op en de stroomindicatoren geven
het symbool
dat het kookproces gepauzeerd is.
(1)
De Stop-functie uitschakelen.
Raak de Stop&Go sensor
opnieuw aan. Het pilootlampje (9)
schakelt uit en de bereiding wordt
hervat met hetzelfde stroomniveau en
timer-instellingen die voor de pauze
(6) gedurende
werden ingesteld.
NL
(1) wordt
(6) gedurende drie
(8) gedurende
weer om aan te geven
(8)
129