afb. 5
afb. 6
drukken.
Stroombeheerfunctie
(naargelang het model)
Sommige modellen zijn uitgerust
met een stroombeperking functie
(stroombeheer) Deze functie biedt
de mogelijkheid het totale vermogen
van een kookplaat in te stellen op
verschillende waarden geselecteerd
door de gebruiker. In dit kader hebt
u toegang tot het stroombeperking
menu tijdens de eerste minuut nadat
u de kookplaat hebt aangesloten op
het netwerk.
1 Druk gedurende drie seconden
op de
(11) aanraaktoets.
De PL letters verschijnen op de
tijdsindicator (12
2 D r u k o p d e v e r g r e n d e l i n g
a a n r a a k t o e t s
verschillende stroomwaarden
waarop de kookplaat kan worden
beperkt verschijnen en deze
kunnen worden gewijzigd met de
(11) en
(10) sensoren.
3 Zodra de waarde geselecteerd
is, drukt u een maal op de
vergrendeling aanraaktoets
(6). De kookplaat wordt beperkt op
de geselecteerde stroomwaarde.
Als u de waarde opnieuw wilt wijzigen,
moet u de kookplaat loskoppelen en
na een aantal seconden opnieuw
inschakelen. Zo krijgt u opnieuw
toegang tot het stroombeperking
menu.
Elke maal het stroomniveau van een
kookplaat wordt gewijzigd, zal de
stroombeperker het totale vermogen
berekenen dat wordt gegenereerd
door de kookplaat. Als u de totale
stroomlimiet hebt bereikt, zal de
aanraakgevoelige bediening u niet
toelaten het stroomniveau van die
kookplaat te verhogen. De kookplaat
geeft een pieptoon weer en het stroom
controlelampje (3) zal knipperen
op het niveau dat niet mag worden
overschreden. Als u die waarde wilt
overschrijden, moet u het vermogen
van de andere kookplaten verlagen.
Soms volstaat het niet een andere
te verlagen met een niveau want dit
hangt af van het vermogen van elke
kookplaat en het ingestelde niveau.
Het is mogelijk dat, als u het niveau
van een grote kookplaat wilt verhogen,
u meerdere kleinere platen moet
( 6 ) .
D e
verlagen.
Als u de snelle inschakelfunctie gebruikt
op maximum vermogen en deze waarde
is hoger dan de waarde ingesteld door
de limietwaarde wordt de kookplaat
ingesteld op het maximum niveau. De
kookplaat geeft een pieptoon weer en
de stroomwaarde knippert twee maal
op het controlelampje (3).
Speciale functies: CHEF
(naargelang het model)
Deze functies hebben vooraf
ingestelde vermogensniveaus om
koken eenvoudiger te maken. Hierdoor
krijgt u uitstekende resultaten omdat de
temperatuur van de pan voortdurend
door sensoren wordt gecontroleerd.
Als de gewenste temperatuur voor
de functie wordt bereikt, wordt deze
automatisch behouden zonder het
vermogensniveau te wijzigen.
De Chef-functies werken correct met
pannen die op de panbodem dezelfde
ferromagnetische zone hebben als de
kookzone. Daarnaast moeten pannen
voor functies op hoge temperaturen
(boven de 100ºC) een platte, gladde
bodem hebben (bij voorkeur van het
type 'sandwich') zoals weergegeven in
afbeelding 3.
Afb. 3
Om de correcte werking van deze
functies te garanderen, is het van belang
dat de pan en de kookzone bij aanvang
van het proces niet heet zijn.
Op de webpagina van Teka staat
meer informatie over geschikte
pannen (steelpannen, koekenpannen,
grillpannen enz.).
De Touch Control heeft speciale
kenmerken die de gebruiker helpt
gerechten te bereiden met de CHEF
sensor
(16). Deze functies zijn
NL
131