7.1 Onderhoud voorzuivering + organische kamer
Opmerking: Informeert u zich, wie in uw gebied bevoegd is
voor het onderhoud van kleine zuiveringsinstallaties.
Bij het onderhoud moeten werkzaamheden en onderzoeken
in intervallen van ca. 6 maanden (min. 2 maal per jaar) door
het servicepersoneel uitgevoerd worden. De bestanddelen
van de installatie in de tank zijn onderhoudsvriendelijk. De
onderzoekresultaten van het gereinigde afvalwater worden
door waterstaat als bewijs van de reinigingsprestatie opge-
vraagd (bedrijfsdagboek).
Wij bevelen aan, om minimum de volgende werkzaamheden
uit te voeren:
• Controle van het bedrijfsdagboek op regelmatige inschri-
jving van de looptijden.
• Controleren van de constructieve toestand van de instal-
latie, bv.: toegankelijkheid, ventilatie, schroefverbindingen,
slangen.
• Vrije beweeglijkheid van de vlotter controleren.
• Functiecontrole van alle voor de werking belangrijke ma-
chinale, elektrotechnische en andere installatiedelen, met
name van de compressor en de beluchtingvoorzieningen.
• Functiecontrole van de alarmfunctie en de besturing op
mogelijke fouten en gebeurtenissen.
• Controle van de luchthevel (helder water-, vulling- en slib-
hevel) op verstopping. Bovendien kan het vereist zijn, om
de luchthevel te verwijderen en schoon te maken. Hiervo-
or ontgrendelt u de snelsluiting aan de hevel en trekt u de
grijze luchtslang er uit. Aansluitend opent u de rode
sluithendel en trekt u de luchthevel uit de zuiveringstoren.
Daardoor kan de hevel incl. inwendig liggende slang van
vervuiling gereinigd worden. Aansluitend plaatst u de hevel
7. Onderhoud
weer terug in de overeenkomstige positie en sluit u hem
weer correct aan.
• Als het op grond van een onvoldoende beluchtingbeeld
vereist zou zijn, om de beluchtingkaars te reinigen of om
te wisselen, dan kan deze via de geïntegreerde geleidin-
grail aan de zuiveringstoren uitgenomen worden. De posi-
tie van de beluchterkaars bevindt zich onder de uitvoerbuis
op de bodem van de tank. Trek hiervoor aan de overeen-
komstige luchtslang de beluchtingkaars uit. Let bij het te-
rugplaatsen van de beluchtingkaars op, dat de geïntegre-
erde geleidingklauw weer in de geleidingrail aan de zui-
veringstoren wordt geplaatst. De beluchterkaars moet tot
op de bodem van de tank neergelaten worden.
• Uitvoering van algemene reinigingswerkzaamheden zoals
bv.: verwijdering van afzettingen, verwijderen van vreem-
de voorwerpen.
• Let er op, dat de vlotterschakelaar vrij en schoon is.
• Instellen van optimale bedrijfswaarden (zie tabel pagina 29)
bv. zuurstofverzorging (~ 2 mg/l), slibvolume (300 - 500
ml/l).
• Vaststelling van de slibspiegelhoogte in de slibtank en
eventueel het slib laten afvoeren.
De uitgevoerde onderhoudsbeurt moet in het bedrijfsdag-
boek genoteerd worden.
¾
251