Nederlands
NL
5. Houd bij gebruik van
een polsbloeddrukmeter
de manchet tijdens het
meten ter hoogte van
uw hart. Bij gebruik van
een bovenarmbloed-
drukmeter bevindt de
manchet om de arm
zich automatisch op de
juiste hoogte.
7. Wacht tussen twee
metingen minimaal
1 min
een minuut, zodat de
druk in de bloedvaten
zich voor de volgende
meting kan normali-
seren.
9. Meet uw bloeddruk
regelmatig. Ook als
de waarden verbeterd
zijn, moet u ze blijven
controleren.
72
6. Praat en beweeg
niet tijdens het meten.
Praten leidt tot een stij-
ging van de bloeddruk
met ca. 6 – 7 mmHg.
8. Registreer eenvou-
dig en gemakkelijk met
Veroval
medi.connect
®
de gemeten waarden
altijd met datum en
tijd en de ingenomen
medicijnen.
10. Voer de meting
altijd op hetzelfde
tijdstip uit. Aangezien
de hoogte van de
bloeddruk bij de mens
wel 100.000 keer per
dag wisselt, heeft een
enkele meting geen
waarde. De hoogte
van de bloeddruk
kan alleen goed wor-
den beoordeeld als
gedurende een langere
periode regelmatig op
hetzelfde tijdstip van
de dag metingen wor-
den uitgevoerd.