4.1.2
Biefstuk aanbraden
Voor het bereiden van sappige, smakelijke biefstukken:
Lat het vlees in ongeveer 20 minuten op kamertemperatuur komen voordat u het bereidt.
Verhit een koekenpan met dikke bodem.
Strijk beide zijden van de biefstuk met olie. Doe een kleine beetje olie in de hete pan en laat het vlees
dan in de hete pan zakken.
Draai de biefstuk slechts één keer om tijdens de bereiding. De exacte kooktijd hangt af van de dikte
van het biefstuk en welke bereiding u wilt. De tijden kunnen variëren van ongeveer 2–8 minuten per kant.
Druk op de biefstuk om in te schatten hoe gaar deze is; hoe steviger de biefstuk aanvoelt, hoe meer
doorbakken hij is.
Laat de biefstuk voordat u hem opdient een paar minuten rusten op een warm bord zodat het vlees
ontspant en heerlijk mals wordt.
4.1.3
Voor roerbakken
Kies een wok met vlakke bodem of een grote koekenpan die geschikt is voor inductie.
Zorg dat alle ingrediënten en materialen klaar staan. Roerbakken moet snel worden uitgevoerd.
Als u grote hoeveelheden kookt, dan bereidt u het voedsel in meerdere kleinere hoeveelheden.
Verwarm de pan even voor en voeg twee eetlepels olie toe.
Bak eventueel vlees eerst, leg het daarna opzij en houd het warm.
Roerbak de groenten. Wanneer ze heet maar nog knapperig zijn, zet u de kookzone naar een lagere
instelling, doet u het vlees weer in de pan en voegt u de saus toe.
Roer de ingrediënten voorzichtig door om ervoor te zorgen dat ze goed worden doorgewarmd.
Dien meteen op.
4.2
Detectie van kleine voorwerpen
Wanneer een ongeschikte maat of niet-magnetische pan (bijv., aluminium) of een ander klein item
(bijv., mes, vork, sleutel) op de kookplaat is achtergelaten, gaat de kookplaat na 1 minuut automatisch
in stand-by. De ventilator zal de inductiekookplaat nog 1 minuut verder afkoelen.
5.
Warmte-instellingen
De onderstaande instellingen zijn alleen richtlijnen. De exacte instelling hangt af van verschillende factoren,
waaronder uw kookgerei en de hoeveelheid die u aan het koken bent. Experimenteer met de
inductiekookplaat om de instellingen te vinden die het beste bij u passen.
Warmte-instelling
1–2
3–5
6–11
12–13
14/P
•
delicate opwarming voor kleine hoeveelheden voedsel
•
smelten van chocolade, boter en voedingsmiddelen die snel verbranden
•
zacht sudderen
•
langzaam opwarmen
•
opnieuw opwarmen
•
snel sudderen
•
rijst koken
•
pannenkoeken
•
bakken
•
pasta koken
•
roerbakken
•
aanbraden
•
soep aan de kook brengen
•
kokend water
Geschiktheid
345