Panasonic E18 Serie Mode D'emploi page 5

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 9
F616771
Benodigd gereedschap voor de installatie
1 Kruiskopschroevendraaier
7 Tapse ruimer
13 Multimeter
65 N•m (6,6 kgf•m)
100 N•m (10,2 kgf•m)
2 Waterpas
8 Mes
14 Moment sleutel
18 N•m (1,8 kgf•m)
15 Vacuümpomp
3 Electrische boor, gatenzaag (ø70 mm)
9 Gaslekdetector
42 N•m (4,3 kgf•m)
16 Meetapparatuur
4 Inbussleutel (4 mm)
10 Meetlint
55 N•m (5,6 kgf•m)
5 Steeksleutel
11 Thermometer
6 Pijpsnijder
12 Megameter
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Lees aandachtig de volgende "VEILIGHEIDSMAATREGELEN" voordat u het toestel installeert.
De elektra dient te worden aangelegd door gekwalifi ceerd personeel. Het is belangrijk dat u de juiste classifi catie van de stekker en het hoofdcircuit gebruikt
voor het te installeren model.
De genoemde maatregelen dienen in acht te worden genomen, daar deze belangrijk zijn in verband met de veiligheid. De betekenis van de gebruikte symbolen
wordt hieronder gegeven. Onjuiste installatie als gevolg van niet opvolgen van de instructies kan letsel of schade veroorzaken, de ernst daarvan wordt aangeduid
met de volgende symbolen.
WAARSCHUWING
Deze indicatie duidt de mogelijkheid aan van een ongeval met dodelijke afl oop of ernstig letsel.
OPGEPAST
Deze indicatie duidt de mogelijkheid aan van letsel of beschadiging van alleen eigendommen.
De op te volgen waarschuwingen zijn aangeduid met de volgende symbolen:
Symbool met een witte achtergrond verwijst naar een waarschuwing die VERBODEN is.
Symbool met een donkere achtergrond verwijst naar een waarschuwing die moet worden opgevolgd.
Voer na installatie een test uit om te bevestigen dat zich geen onregelmatigheden voordoen. Leg vervolgens de werking, de verzorging en onderhoud uit aan de
gebruiker, zoals aangegeven in de handleiding. Herinner de gebruiker eraan de gebruiksaanwijzingen te bewaren voor verdere referentie.
WAARSCHUWING
Installeer de buitenunit niet vlakbij de leuning van een balkon. Wanneer een airconditioning-unit op het balkon van een hoog gebouw wordt geïnstalleerd, kan een kind
op de buitenunit klimmen, over de leuning vallen en verongelukken.
Gebruik als voedingskabel geen niet-opgegeven snoer, een gemodifi ceerd snoer, een snoer dat uit delen is samengesteld, of een verlengsnoer. Gebruik geen
stopcontact waar ook andere elektrische apparaten op zijn aangesloten. Slecht contact, slechte isolatie of overspanning zal een elektrische schok of brand veroorzaken.
Bind de voedingskabel niet samen in een band. De temperatuur zou abnormaal hoog kunnen oplopen in de voedingskabel.
Steek niet uw vingers of andere voorwerpen in het toestel, omdat de op hoge snelheid werkende ventilator letsel kan veroorzaken.
Ga niet op het apparaat zitten of staan, omdat u per ongeluk zou kunnen vallen.
Houd een plastic zak (verpakkingsmateriaal) uit de buurt van kleine kinderen, daar deze op neus of mond kan blijven plakken en zo de ademhaling kan
belemmeren.
Wanneer u de airconditioner installeert of verplaatst, zorg dan dat niets anders dan het voorgeschreven koelmiddel, zoals lucht enz. in het koelcircuit (buissysteem)
terechtkomt. Wanneer lucht in het systeem terechtkomt, zal in het koelcircuit een abnormaal hoge druk ontstaan, wat kan resulteren in een explosie, letsel, enz.
Voeg geen koelmiddel toe of vervang deze niet, als deze anders is dan het opgegeven type. Dit zou kunnen leiden tot beschadiging van het product, het barsten van
leidingen en persoonlijk letsel, enz.
Gebruik voor het model R410A leidingen, fl ensmoeren en gereedschappen die worden opgegeven voor het koelmiddel R410A. Wanneer bestaande leidingen,
wartelmoeren en gereedschappen worden gebruikt (R22), kan er een abnormaal hoge druk in het koelmidddelcircuit (leidingen) ontstaan en dat kan mogelijk
leiden tot explosie en verwondingen.
De koperen leidingen die gebruikt worden met R410A moeten dikker zijn dan 0,8 mm. Gebruik nooit koperen leidingen van minder dan 0,8 mm dik.
Het is wenselijk dat de hoeveelheid restolie minder is dan 40 mg/10 m.
Laat de installatie uitvoeren door een geautoriseerde dealer of installateur. Als de installatie die door de gebruiker is uitgevoerd, niet goed is, kan lekkage van water,
een elektrische schok of brand het gevolg zijn.
Voor de installatie strikt uit volgens deze installatie-instructies. Als de installatie niet goed is uitgevoerd, kan dat leiden tot lekkage van water, elektrische schokken
of brand.
Gebruik de bijgeleverde hulpstukken en beschreven onderdelen voor de installatie. Zo niet kan er een storing optreden, of kan lekkage van water, brand of elektrische
schokvorming optreden.
Installeer het toestel op een stevige en robuuste ondergrond die het gewicht ervan kan dragen. Als de plaats van installatie niet stevig genoeg is of als de installatie
niet goed wordt uitgevoerd, kan de apparatuur vallen en dat kan letsel tot gevolg hebben.
Volg voor de elektrische installatie de lokale bedradingsstandaarden, -regelgeving en deze installatie-instructie. Gebruik een aparte groep en een enkel stopcontact.
Als de capaciteit van het elektrisch circuit onvoldoende is, of wanneer er storingen worden aangetroffen in de elektrische installatie, kan dit elektrische schokken of
brand veroorzaken.
Gebruik niet één en dezelfde kabel voor de binnen-/buitenaansluiting. Gebruik de opgegeven verbindingskabel voor binnen/buiten, zie instructie 6 SLUIT DE KABEL
AAN OP HET BINNENUNIT en zet deze stevig vast voor de binnen/buiten-verbinding. Klem de kabel zo vast dat externe kracht geen invloed heeft op de aansluiting.
Als de verbinding of de bevestiging niet volmaakt is uitgevoerd, kan de verbinding heet worden en kan er brand ontstaan.
De draden dienen zodanig te worden geschikt dat het deksel van het bedieningsbord goed sluit. Als de afdekplaat van het regelpaneel niet perfect is bevestigd, kan
dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
Deze apparatuur moet geaard worden en het is sterk aanbevolen een aardlekschakelaar of een aardlekautomaat te installeren. Anders kan dit een elektrische schok
en brand veroorzaken indien het apparaat stuk gaat of de isolatie stuk gaat.
Installeer bij de installatie eerst op juiste wijze de koelmiddelleidingen, voordat u de compressor laat werken. Als u de compressor laat werken, terwijl de
koelmiddelleidingen niet zijn bevestigd en de kleppen in geopende stand staan, kan lucht worden aangezogen en kan er in het koelcircuit een abnormaal hoge druk
ontstaan, wat kan leiden tot een explosie, letsel, enz.
Stop tijdens het afpompen de compressor, voordat u de koelmiddelleidingen verwijdert. Indien u de koelleidingen verwijdert, wanneer de compressor nog loopt en
de afsluiters geopend zijn, kan lucht aangezogen worden en in het koelcircuit een abnormaal hoge druk ontstaan, wat kan resulteren in een explosie, letsel, enz.
Maak de wartelmoer vast met een momentsleutel volgens de opgegeven methode. Als de dopmoer te vast is aangedraaid, kan deze na verloop van tijd breken en
dat kan leiden tot een koelgaslek.
Na de voltooiing van de installatie, wees er zeker van dat er geen lekkage is van koelgas. Als het koelgas in contact komt met vuur, kan er een giftig gas ontstaan.
Ventileer als er koelgas lekt tijdens de werking. Als het koelgas in contact komt met vuur, kan er een giftig gas ontstaan.
Dit apparaat moet goed worden geaard. De aarddraad mag niet op een gasbuis, waterbuis, aard- of bliksemafl eider en telefoon worden aangesloten. Anders kan dit
een elektrische schok veroorzaken als het apparaat stuk gaat of de isolatie stuk gaat.
OPGEPAST
Installeer het toestel niet op een plaats waar zich lekkage van ontvlambare gassen kan voordoen. Als er gas lekt en zich verzamelt in de omgeving van het toestel,
kan dit brand veroorzaken.
Laat geen koelvloeistof ontsnappen tijdens het aansluiten van de leidingen bij installatie, herinstallatie en tijdens de reparatie van de onderdelen van de koeling. Ga
voorzichtig om met het vloeibare koelmiddel, het kan bevriezingsverschijnselen veroorzaken.
Installeer dit apparaat niet in een wasruimte of ander vertrek waar water van het plafond, enz. kan druipen.
Raak de scherpe aluminium vin niet aan; scherpe delen kunnen blessures veroorzaken.
Sluit de afvoerleiding aan zoals aangeduid in de installatie voorschriften. Indien de afvoer niet goed is uitgevoerd, kan er water in de kamer lekken en het meubilair
beschadigen.
Kies voor de installatie een plaats, waar gemakkelijk onderhoud aan het apparaat kan worden uitgevoerd.
Stroomtoevoer naar de airconditioner.
Gebruik netsnoer van het type 3 x 2,5 mm
2
aanduiding 60245 IEC 57 of een zwaarder snoer.
Sluit de voedingskabel van de airconditioner aan op de stroomvoorziening door middel van een van de volgende methodes.
Stroomtoevoer punt moet in een makkelijk toegankelijke plaats voor stroom uitschakeling zijn in geval van nood.
In sommige landen is een permanente aansluiting van de airconditioner op de stroomvoorziening verboden.
1) Aansluiting van de stroomtoevoer op het stopcontact, met gebruik van een stekker.
Gebruik een goedgekeurde stekker van 16A met randaarde voor aansluiting op de wandcontactdoos.
2) Aansluiting van de stroomtoevoer op een zekering voor de permanente verbinding.
Gebruik een goedgekeurde zekering van 16A voor een permanente verbinding. Het moet een 2 polige schakelaar zijn met een minimale tussenruimte van 3,0 mm.
Installatiewerkzaamheden.
Het kan zijn dat er twee personen nodig zijn voor het uitvoeren van de installatiewerkzaamheden.
BIJGELEVERDE HULPSTUKKEN
Nr.
Accessoire-onderdeel
Aant.
Nr.
Accessoire-onderdeel
Aant.
Nr.
Accessoire-onderdeel
Afstandsbediening
5
Afvoerbocht
Aftapslang
1
1
9
1
(voor aansluiting unit &
PVC-buis)
Ring
6
8
Slangklemband
Afstandsbedieningskabel
(voor ophangbouten)
J
2
1
(voor aansluiting afvoerslang)
Isolatie fl areverbinding
Aftapslangisolatie
Schroef
7
K
(voor aansluiting gasleiding /
2
3
(voor aansluiting afvoerleiding)
(M4 machinaal getordeerd - 30 mm)
3
vloeistofl eiding)
Klem (band)
Klem (band)
8
4
Schroef
(voor isolatie aansluiting
4
3
(voor voedingskabel)
L
(M4 zelftappend - 14 mm)
fl areverbinding & afvoer)
* Zorg dat de voedingskabel met de klem
  BENODIGDE MATERIALEN
(band) is vastgezet.
Lees de catalogus en andere technische materialen door en bereid de benodigde materialen voor.
Bruikbare leidingenkit
Leidingafmeting
Bruikbare leidingenkit
Gas
Vloeistof
CZ-3F5, 7BP
9,52 mm (3/8")
6,35 mm (1/4")
CZ-4F5, 7, 10BP
12,7 mm (1/2")
6,35 mm (1/4")
CZ-52F5, 7, 10BP
15,88 mm (5/8")
6,35 mm (1/4")
Verloopstuk (CZ- MA1P) voor multiaansluiting buiten
3
Zie "
Sluit de leiding aan" in het hoofdstuk buitenunit
  Overige voor te bereiden artikelen (ter plaatse)
Productnaam
Opmerkingen
Stevige PVC-buis
VP20 (buitendiameter ø26), kousen, ellebogen en andere onderdelen voor zover
nodig
Lijm
PVC-lijm
Isolatie
Voor koelmiddelleidingisolatie: polyethyleenschuim met een dikte van 8 mm of meer.
Voor afvoerleidingisolatie: polyethyleenschuim met een dikte van 10 mm of meer.
Binnen/buiten-
4 x 1,5 mm
2
fl exibele kabel, type 60245 IEC 57 (H05RN-F)
verbindingskabel
Onderdelen voor
Ophangbouten (M10) (4) en moeren (12) (als de binnenunit wordt opgehangen)
ophangbout
Isolatie van de verbinding van de leidingen
Bevestigen van de afstandsbediening aan de wand
2
• Isoleer na controle op
Afstandsbedieningskabel
1
gaslekken en zet het vast
Afstandsbediening
met vinyl tape.
Details verwijzen naar 3.
INSTALLATIE VAN DE
3
Schroeven
BINNENUNIT (Installatie
of schroeven
Afstandsbediening)
Vinyl tape
4
Binnenunit
Het is aan te
a
bevelen niet meer
dan 2 richtingen te
blokkeren. Vraag voor
b
betere ventilatie &
Buitenunit
meervoudige plaatsing
buiten advies aan
een offi ciële dealer/
specialist.
BELANGRIJK
of
Begin de installatie met het deel over
• Deze illustratie is alleen bedoeld ter verklaring.
installatie van de "Binnenunit".
In werkelijkheid zal de binnenunit anders staan opgesteld.
1
DE INSTALLATIEPLAATS KIEZEN
Hou rekening met het volgende bij het bepalen van de plaats.
  Installatieplaats binnenunit
Installeer het apparaat niet in een ruimte met veel oliedampen, zoals keuken, werkplaats, enz.
De plaats moet sterk genoeg zijn om de hoofdeenheid te ondersteunen zonder dat zich hierbij trillingen
voordoen.
Er mag geen hitte- of stoombron in de buurt bevinden.
Afvoer moet eenvoudig zijn. Vermijdt plaatsen van het afvoeruiteinde vlakbij sloten (huishoudelijk afvoerwater).
Vermijdt plaatsen boven in- en uitgangen.
Blokkeer de luchtin- en uitlaatopeningen niet.
Kies een plaats waar koele en warme lucht zich kunnen verpreiden door de gehele ruimte.
Plaats de binnenunit op minimaal 1 meter afstand van tv, radio, draadloze apparatuur, antennekabels en TL-
verlichtingen en minimaal 2 meter van telefoons.
De aanbevolen installatiehoogte voor de binnenunit bedraagt ten minste 2,5 m boven de vloer.
Afstandsbediening
OPGEPAST
Installeer de afstandsbedieningskabel tenminste 5 cm uit de buurt van
Buitenbehuizing
elektrische draden of van andere apparaten, om functionele storingen
(elektromagnetische ruis) te vermijden.
Binnenbehuizing
  Bevestigingsplaats afstandsbedieningshouder
Laat voldoende ruimte vrij rond de afstandsbediening 1, zoals is
30 mm of meer
aangegeven in de illustratie rechts.
Installeer op een plaats, uit de buurt van direct zonlicht en hoge vochtigheid.
Installeer op een vlak oppervlak, om te vermijden dat de afstandsbediening
30 mm
Binnenbehui-
scheeftrekt. Indien de afstandsbediening geïnstalleerd wordt op een oneffen
of
zing afstands-
oppervlak, kunnen de LCD beschadigd of functionele storingen veroorzaakt
meer
bediening
worden.
Installeer op een plaats, waar de LCD voor de bediening gemakkelijk te zien
30 mm of meer
is. (De standaard hoogte vanaf de vloer is 1,2 tot 1,5 meter.)
Installeer de afstandsbedieningkabel niet in de buurt van koel – of
afvoerleidingen, om elektroshock of brand te vermijden.
2
BOREN VAN EEN GAT IN DE MUUR EN
PLAATSEN VAN EEN MOF VOOR DE LEIDING
1. Steek de leidingmof in het gat.
Wand
2. Bevestig de bus op de mof.
Binnen
Buiten
3. Zaag de mof af op ongeveer 15 mm van de wand.
OPGEPAST
15 mm
Mof voor
Gebruik bij een holle wand de mof voor
buismontage
buiselementen om te voorkomen dat ongedierte
de bedrading beschadigt, bijv. muizen die de
aansluitkabel doorknagen.
4. Maak het af door de mof in het laatste stadium af te
dichten met kit of pleisterkalk.
ø70 mm
Kit of pleisterkalk
door gat
4
AANSLUITEN VAN DE AFVOERLEIDING
Leg de afvoerleiding dusdanig dat een goede afvoer gewaarborgd is.
Gebruik een ter plaatse geleverde hard PVC-buis VP20 (buitendiameter ø26) voor de afvoerleiding
en bevestig deze stevig aan de binnenunit met de meegeleverde slangklemband zodat er geen
lekkage optreedt.
Het deel van de afvoerleiding dat zich binnen bevindt, dient altijd geïsoleerd te worden door deze te
omwikkelen met plaatselijk aan te schaffen isolatie (polyethyleenschuim met een dikte van 10 mm of meer).
De afvoerleiding dient een neerwaartse helling te hebben (1/100 of meer) en dient te worden bevestigd door
middel van leidingbevestigingsmateriaal, om te voorkomen dat er ergens verhogingen of vallen ontstaan.
Wanneer er obstakels zijn die verhinderen dat de afvoerleiding in een vloeiende lijn kan worden gelegd, kan de
afvoerleiding buiten de hoofdeenheid omhoog worden geleid, zoals is aangegeven in de illustratie hieronder.
Afvoeraansluiting
0
Slangklemband
van unit
Hard PVC-buis (VP20)
Opwaarts
Verhoging
9
Afvoerslang
Bevestig met
Gebruik geen lijm.
PVC-lijm.
K
300 mm of minder
Isolatie van afvoer
Tenminste 1/100
(niet op afschot)
500 mm of minder
Goed
OPGEPAST
U mag absoluut niet de afvoerleiding monteren op de waterafvoer van de hoofdeenheid en deze
verlengen zodat deze horizontaal of opwaarts loopt, of 50 cm of meer omhoog loopt.
Dit kan een slechte afvoer of storing van de afvoermotor tot gevolg hebben.
Gebruik geen 90°-bochten in de afvoerslang. (De maximaal toegestane bochten zijn 45°.)
5
ISOLATIE VAN DE KOELMIDDELLEIDING
Klem
Breng na aansluiting van de
Stevig
leidingen de isolatie aan.
(Zie de afbeelding)
omwikkelen met
vinyl tape, geen
openingen laten.
Eenheidzijde
Isolatie
fl areverbinding
6
AANSLUITEN VAN DE BINNEN/
Aant.
BUITEN-AANSLUITKABEL
1
L=131
  Verwijder het deksel van de regelkast en breng de aansluitkabel naar binnen in
1
de regelkast.
  Controleer de kleur van de draden op het aansluitingenbord en
OPGEPAST
2
bevestig deze door middel van schroeven.
  Zet de buitenmantel van de aansluitkabel met de kabelklem vast.
Gebruik bij een holle wand de mof
  Bevestig het deksel van de bedieningskast weer op de
voor buiselementen, zodat het
oorspronkelijke plaats.
gevaar dat muizen de aansluitkabel
1
  De aansluitkabel tussen de binnenunit en de buitenunit moet een
doorbijten, wordt voorkomen.
goedgekeurde fl exibele kabel zijn met een polychloropreen mantel
4 x 1,5 mm
2
, type 60245 IEC 57 (H05RN-F) of een zwaardere kabel.
WAARSCHUWING
Toegestane kabellengte van iedere binnenunit is 30 m of minder.
Aan te kopen hulpstukken
voor installatie ( )
Zorg ervoor dat de aansluitpuntnummers van de binnenunit
Dit apparaat moet goed
verbonden worden met dezelfde aansluitpuntnummers op de
worden geaard.
Mof ( )
buitenunit, met de juiste kleur draden, zoals is aangegeven in
het schema.
Huls ( )
"AFVOERTEST"- schakelaar
VENTILATOR-schakelaar
De aarddraad dient langer te zijn dan de overige
Kit (Gom-type) ( )
draden, zoals is aangegeven in het schema,
voor elektrische veiligheidsdoeleinden, in geval
het snoer losraakt.
Buig de leiding zo dicht mogelijk
Zet de kabel met de houder (klem) vast op
tegen de muur aan. Wees
het regelbord.
voorzichtig de leiding niet te
breken.
Aansluitingen op de binnenunit
1
2
3
Vinyl tape (breed) ( )
• Aanbrengen na het testen
Kleur van de draden
van de afvoer.
Aansluitingen op de buitenunit
1
2
3
• Om de afvoer te testen,
verwijder de luchtfi lters
  Let er op dat de kleur van de draden van de
en giet water in de
buitenunit en de nummers van de aansluitingen
warmtewisselaar.
Aardedraad
Houder voor
overeenkomen met die van de binnenunit.
(aansluitkabel)
(kabel afstandsbediening)
aansluitkabel
  De aarddraad is Geel/Groen (Y/G) van kleur en, om
Aansluitblok
Aansluitkabel
veiligheidsredenen, langer dan de andere draden.
binnen-/buitenunit
binnen-/buitenunit
Beugel ( )
Draad strippen
DRAAD
Aansluitblok
Draad volledig
Draad te ver
ingestoken
ingestoken
binnen-/
STRIPPEN,
buitenunit
VEREISTE VOOR
DE AANSLUITING
5 mm of meer
Geen losse draad
Voedingskabel ( )
bij het insteken
(ruimte tussen draden)
ACCEPTEREN
VERBODEN
Laat draden niet op elkaar aansluiten
Aansluitkabel ( )
OF
OF
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN BRAND
1/4" Leiding vloeistofzijde ( )
OP ELKAAR LATEN AANSLUITEN
VAN DRADEN KAN TOT
OVERVERHITTING EN BRAND
LEIDEN.
Leiding gaszijde ( )
OF
Bijkomende afvoerleiding ( )
Gebruik volledige draad zonder deze op elkaar te laten aansluiten.
Gebruik een goedgekeurde contactdoos en stekker met randaarde.
De aansluiting van de bedrading moet voldoen aan de
nationale normen voor bedrading.
BINNENUNIT
3
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
(IN HET PLAFOND INGEBOUWD)
Voorbereidingen vóór de installatie
Minimaal benodigde ruimte voor installatie en onderhoud
Laat voldoende ruimte over voor installatiewerkzaamheden, inspectie en
824 (h.o.h. afstand ophangbouten)
vervanging van de eenheid.
Maak de achterzijde van het plafond onder de eenheid waterdicht, in
verband met condensvorming.
OPGEPAST
Minimaal
200
Wanneer langere tijd wordt gekoeld onder de volgende omstandigheden,
kan condens worden gevormd en gaan lekken. Bevestig voor installatie
in het plafond ter plaatse aangeschafte isolatie (polyethyleenschuim met
een dikte van minimaal 5 mm) aan de buitenzijde van de binnenunit, ter
1
bevordering van de warmte-isolatie.
Plaatsen met een dauwpunt in het plafond van 23°C of hoger.
Keukens en andere plaatsen waar grote hoeveelheden hitte en
Flens voor luchtafvoerkanaal
stoom worden geproduceerd.
Plaatsen waar de binnenzijde van het plafond dient als toevoer van
buitenlucht.
Kies bij het installeren in een plafond een plaats en luchtstroomrichting
die het mogelijkmaken dat koele en warme lucht zich kunnen
verspreiden door de gehele ruimte.
Plaats geen voorwerpen die de luchtstroom kunnen hinderen binnen
1 meter onder het luchtinlaatrooster.
30 mm
of
Minimaal 100 mm bij luchtinlaat aan onderzijde
meer
Afmetingen van
de binnenunit
Afmeting H is de minimum hoogte van de
installatieruimte van de unit.
Kies afmeting H zodanig dat een afschot van
tenminste 1/100 kan worden aangebracht. Zie
29
"Aansluiten van de afvoerleiding"
692 (Flens voor luchtafvoerkanaal)
96
66
28
640 (160 x 4)
2 - ø 3,1 (gat)
26
5 - ø 3,1 (gat)
30
84
81
Inspectieluik
33
(450 x 450)
153
(Veldtoevoer)
Bus voor
buismontage
150
750
37
200
Circa 5 - 7 mm
824 (h.o.h. afstand ophangbouten)
150
10 - ø 3,1 (gat)
14
680
132
220
220
23
704
Bij inlaat aan de onderzijde
* Filter niet geïnstalleerd
1
1.
Verwijder het frame voor een fi lterelement, zoals in schema
Bevestiging van frame voor een fi lterelement
afgebeeld.
1
2.
Verwijder de afdekplaat, zoals in schema
afgebeeld.
Behuizing
3.
Bevestig het frame voor een fi lterelement, zoals in schema
2
unit
afgebeeld.
2
4.
Bevestig de afdekplaat, zoals in schema
afgebeeld met het
loze gat naar beneden.
Loos gat
Luchtinlaat
Filterelement
Afdekplaat
1
2
* Bevestig het frame voor een
Bij inlaat aan de
fi lterelement op de behuizing van
onderzijde
de unit door het uiteinde van de
sluitingen in de richting van de
pijl te drukken.
Frame voor een
Frame
fi lterelement
voor een
Afdekplaat
fi lterelement
Luchtafvoer
Luchtafvoer
Luchtinlaat
Loos gat
Plafondsparing
Val
Breng een inspectieluik (450 mm x 450 mm) aan
in de buurt van de regelkast, zodat onderhoud
en inspectie van de regelkast en afvoerpomp
Luchtafvoer
Luchtinlaat
gemakkelijk is. Breng een ander inspectieluik
(800 mm x 700 mm) aan onder het laagste punt
van de unit.
A
Plafond
Bevestigen van de ophangbouten
Gewapend beton
Houten of andere structuur
40
t = 2
30
Ophangbout
C-profi el
M10
Inzetopening -
Ophangbout
in anker, etc.
Ophangbevestiging
M10
Ophangbout
Plafondoppervlak
Bevestig de ophangbuiten (M10, ter plaatse aan te schaffen) stevig op een dusdanige manier dat deze in staat zijn het gewicht
van het apparaat te dragen.
Raadpleeg een aannemer of binnenhuisarchitect voor het afwerken van de plafondopening.
Luchttoevoer- en afvoerkanaal monteren
8
Flens
Zorg ervoor dat het bereik van de externe statische druk van de
(ter plaatse geleverd)
Stevig
unit niet wordt overschreden. Zie de technische handleiding voor
omwikkelen met
Bevestigingsschroef (x10)
het instellingsbereik van de externe statische druk.
Behuizing unit
vinyl tape, geen
Rechthoekig kanaal
Bevestig het kanaal zoals aangegeven.
openingen laten.
Als het kanaal aan de inlaatzijde wordt gemonteerd, moet het frame
voor het fi lterelement worden verwijderd en vervangen door een
7
ter plaatse geleverde fl ens aan de inlaatzijde en bevestig deze
met 10 schroeven Ø 3,1 (gat).
Wikkel de flens en de aansluiting van het kanaal in met
aluminiumtape of gelijkwaardig om lekkage van lucht te voorkomen.
Luchtinlaatzijde
OPGEPAST
Als er een kanaal aan de inlaatzijde wordt bevestigd, moet er in de luchtdoorgang aan de inlaatzijde een luchtfi lter worden gemonteerd.
(Gebruik een luchtfi lter met een effi ciëntie in stofvang van tenminste 50% met een gravimetrische methode.)
Installatie in het plafond
Bevestig de moeren en ringen op de
ophangbouten, til het apparaat op en haak
dit aan de ophangbevestigingen.
Platte
Controleer of de eenheid horizontaal
pakkingring
6
is met behulp van een waterpas of een
PVC-slang welke gedeeltelijk gevuld is
met water.
Horizontaal
Installatie van de afstandsbediening
1.
Verwijder het onderste gedeelte van de afstandsbediening 1. (Voer een platte
Schroeven-
schroevendraaier of iets dergelijks 2 tot 3 mm in één van de openingen op de bodem van de
draaierr
behuizing en draai, om ze te openen. Zie de illustratie, hier rechts.) Ga voorzichtig te werk
(SW2)
zodat u het onderste deel van de behuizing niet beschadigt.
2.
Verwijder, bij het demonteren van het onderste deel, in geen geval het beschermband, dat op
het bovenste deel van de behuizing aangebracht is.
3.
Maak het onderste deel van de behuizing goed vast op een aansluitdoos of op de muur. Volg
de instructies (A) of (B) hieronder, al naargelang de manier waarop u de kabel wilt installeren.
Zorg, dat u uitsluitend de meegeleverde schroeven gebruikt.
4.
5.
Draai de schroeven niet te vast, omdat u hierdoor het onderste deel van de behuizing zou kunnen beschadigen.
A. INDIEN DE AFSTANDSBEDIENINGSKABEL INGEBOUWD WORDT
1 Bevestig de inbouwdoos (JIS C 8336) in de muur in. De aansluitdoos moet apart gekocht worden. Middelgrote. vierkante aansluitdoos
(in de handel verkrijgbaar) Deelnr. DS3744 (Panasonic Co., Ltd.) of gelijkwaardig.
2 Bevestig het onderste deel van de behuizing van de afstandsbediening op de uitlaatdoos met twee toebehoorschroeven 3. Zorg, dat
Aardedraad
het onderste deel van de behuizing nu plat tegen de muur ligt, zonder te buigen.
3 Voer de kabel van de afstandsbediening 2 in de doos.
4 Leidt de kabel van de afstandsbediening 2, in het onderste deel van de behuizing naar de kabeluitgang achterin.
5 Steek de aansluiting van de afstandsbedieningskabel 2 goed in de aansluiting (CON1) in de printplaat van het bovendeel van de behuizing.
6 Maak het bovendeel van de afstandsbediening vast op het onderste deel d.m.v. de voorziene lipjes.
Draad niet geheel
ingestoken
OPGEPAST
Gebruik bij een holle muur de huls voor de stuurkabel, om te vermijden,
dat muizen de kabel doorbijten en zo gevaar veroorzaken.
VERBODEN
B. INDIEN DE AFSTANDSBEDIENINGSKABEL BLOOTLIGT
Ribbel
1 Bevestig het onderste deel van de behuizing van de afstandsbediening op
de muur met de twee toebehoorschroeven 4.
2 Draai de schroeven goed vast, totdat de schroefkop lager is dan de rib, en
de onderkant van het onderste deel van de afstandsbediening bereikt, om
4
Schroeven
zeker te zijn, dat ze de binnenkant van de PCB van de afstandsbediening
1 niet beschadigen.
3 De uitvoer van de kabel van de afstandsbediening kan langs de bovenzijde
Binnenbehuizing
of langs de rechter- of linkerzijde plaatsvinden.
afstandsbediening
4 Gebruik een tang om een inkeping in het bovendeel te knippen. (Kies de
Wand
plaats voor de kabeluitvoer)
5 Plaats de afstandsbedieningskabel 2 in de binnenbehuizing overeenkomstig
Bovenzijde uitvoeren
de gekozen zijde voor het naar buiten voeren van de kabel. (Zie de illustratie
Linkerzijde
hieronder.)
uitvoeren
6 Steek de aansluiting van de afstandsbedieningskabel 2 goed in de
aansluiting (CON1) in de printplaat van het bovendeel van de behuizing.
(Zie de afbeelding)
Binnenbehuizing
7 Maak het bovendeel van de afstandsbediening vast op het onderste deel
d.m.v. de voorziene lipjes.
Tabbladen
1
DE INSTALLATIEPLAATS KIEZEN
 
Als er een luifel boven het toestel is aangebracht tegen zonlicht of regen, zorg er dan voor dat de onmiddellijke warmtestraling van de
condensator niet wordt belemmerd.
 
Zorg dat er geen dieren of planten, welke kunnen hinder ondervinden van hete lucht, in de nabijheid van het toestel zijn.
 
Respecteer de afstanden, aangeduid door de pijlen op de afbeelding, van de muur, plafond, afsluiting of andere obstakels.
 
Voorkom elke hinder tijdens de werking van het toestel.
 
Indien de lengte van het buissysteem groter is dan [lengte buissysteem voor extra koelmiddel], moet extra koelmiddel toegevoegd worden,
Kastje met
zoal aangegeven in de tabel.
elektrische
onderdelen
Leidingafmeting
Paardenkracht
Standaard
Max. Hoogteverschil
Min. Lengte
Max. Lengte
Model
(HP)
lengte (m)
(m)
Leiding (m)
Leiding (m)
Gas
Vloeistof
Inspectieluik
450 x 450
12,7mm
6,35mm
E18*****
2,0HP
5
20
3
30
(1/2")
(1/4")
Voorbeeld: Voor E18*****
Koelleidingen
Als het toestel wordt geïnstalleerd op een afstand van 12 m, moet 40 gr extra koelmiddel worden toegevoegd .... (12-10) m x 20 g/m = 40 g.
Minimaal 650
2
INSTALLEER DE BUITENUNIT
Minimaal 20
Begin op de beste locatie de installatie aan de hand van
A
B
het binnen-buitenunit installatieschema.
Minimaal 20
1.
Bevestig het toestel stevig en horizontaal met bouten
E18****
(ø10 mm) op beton of een stevig frame.
Plafond
2.
Hou bij installatie op een dak rekening met sterke
wind. Zet de installatiesokkel stevig vast met bouten
of nagels.
4
3
SLUIT DE LEIDING AAN
Draai niet te vast, daar anders gaslekkages ontstaan
De leidingen op de binnenunit aansluiten
Draai de leidingen vast na het aanbrengen van de wartelmoer op de koperen leiding (bij
Leidingafmeting
het verbindingsdeel van de leiding). (Als u een lange leiding gebruikt)
6,35 mm (1/4")
Sluit de leiding aan
9,52 mm (3/8")
Pas de leiding aan vanuit het midden en span de moer voldoende aan met de hand.
12,7 mm (1/2")
Span de moer verder aan met een' momentsleutel die is ingesteld op het moment dat
wordt vermeld in de tabel.
15,88 mm (5/8")
19,05 mm (3/4")
De leidingen aansluiten op het buitenunit
Bepaal de lengte van de leiding en snij vervolgens de leiding af met een pijpsnijder. Verwijder
bramen van de snijrand. Flens de leidingen na het aanbrengen van de moer voor de
snelkoppeling over de koperen leiding (breng deze aan bij klep). Span de moer verder aan met
een momentsleutel welke is aangepast aan de momenten zoals aangegeven in het rooster.
14
Het leidingsysteem op de multiaansluiting buiten aansluiten
Bepaal de lengte van de leiding en snij vervolgens de leiding af met een pijpsnijder.
132
Verwijder bramen van de snijrand.
23
Hulpleiding
Flens de leidingen na het aanbrengen van de moer voor de snelkoppeling over de
(mannelijke zijde)
koperen leiding (breng deze aan bij klep).
Span de moer verder aan met een momentsleutel welke is aangepast aan de
momenten zoals aangegeven in het rooster.
* Zie voor leiding gaszijde onderstaande tabel en onderstaand schema
Model Multicombinatie buiten
Pakking
Halve koppeling
Hulpleiding
CU-3E18***, CU-4E23***
CS-E18*****
(mannelijke zijde)
CU-4E27***, CU-5E34***
Bij inlaat aan de
* Wij verzoeken u vriendelijk een geautoriseerde dealer advies te vragen over de aansluitmogelijkheden.
achterzijde
5
SLUIT DE KABEL AAN OP DE BUITENUNIT
700
(ZIE VOOR DETAILS HET BEDRADINGSSCHEMA
4.
Sluit de voedingskabel en de aansluitkabel tussen binnen- en buitenunit
OP HET UNIT)
aan, volgens de tekening hieronder.
1.
Verwijder het deksel van het controlebord door de
Onderaanzicht
schroef los te draaien.
Aansluitingen op de binnenunit
A Inspectieluik
2.
Kabelaansluiting op de stroomvoorziening via
(levering derden)
Kleur van de draden (aansluitkabel)
scheidingsschakelaars (Stroomonderbrekers).
Sluit de goedgekeurde polychloropreen
Aansluitingen op de buitenunit
voeding kabel
afgeschermde
3 x 2,5 mm
2
(Stroomtoevoer snoer)
typebenaming 60245 IEC 57 of zwaarder op
het klemmenbord aan en sluit het andere
Aansluitingen op de
einde van de kabel aan op de Isoleer
scheidingsschakelaars
(Stroomonderbrekers)
apparaten (afsluiten hoofdstroom).
aansluitkabel
3.
De
tussen het binnenunit en het
5.
Borg de voedingskabel en de aansluitkabel op het regelpaneel met de
Verstevigingsmaterialen
buitenunit moet een goedgekeurde fl exibele kabel
houder.
(60 tot 90 mm
2
)
met een polychloropreen mantel 4 x min 1,5 mm
2
,
6.
Bevestig de achterste afdekking van het regelpaneel met de schroef weer
type 60245 IEC 57 of een zwaardere kabel.
op zijn oorspronkelijke plaats.
Toegestane kabellengte van iedere binnenunit is
7.
Raadpleeg voor de eisen die worden gesteld aan het strippen en
30 m of minder.
6
aansluiten van de draden
van de binnen-unit.
Dakspant
6
Plafondoppervlak
LEIDINGISOLATIE
1.
Voer de isolatie van de verbindingen van de leidingen uit zoals wordt genoemd in diagram weergave installatie binnen-/buitenunit. Omwikkel het einde van de geïsoleerde leidingen zodat er geen water in de leidingen kan komen.
Flens
Als de afvoerslang of de verbindingsleiding zich in het vertrek bevindt (waar zich condens kan vormen) moet u met POLY-E FOAM met een dikte van minstens 8 mm meer isolatie aanbrengen.
2.
Isolatiemateriaal
(ter plaatse geleverd)
AFSNIJDEN EN FLENSEN VAN DE LEIDINGEN
1.
Snijd de leidingen af met de pijpsnijder en verwijder de metaalkrullen.
2.
Verwijder de metaalkrullen met een tapse ruimer. Indien de metaalkrullen
niet worden verwijderd kunnen gaslekken optreden.
Luchtuitlaatzijde
Schud de leiding leeg zodat geen metaalstof in de leiding blijft.
Flens alleen nadat de wartelmoer op de koperen leiding is aangebracht.
3.
De standenschakelaar omschakelen (SW2)
Ophangbout (M10)
(ter plaatse aan te
Open om het luchtvolume te verhogen de bedieningskast en schakel op het bedieningsbord de
schaffen)
schakelaar VENTILATOR (SW2) naar "HI" (hoog).
Zeshoekige moer
Zie het schema bij "Aansluiten van de binnen/buiten-aansluitkabel".
(M10)
(ter plaatse aan te
schaffen)
Opmerking: Mogelijk maken van afstandsbediening over een grote afstand
De lengte van de bekabeling tussen de HA aansluiting en de daarop volgende opto-coupler mag niet
Buitenbehuizing
langer zijn dan 1,9 m, zodat de limieten van EMC-straling niet overschreden worden.
Voer vier wikkelingen van deze kabel door een geschikte kleine EMC ferriet toroïde en bescherm dit
Openingen
met een kort stuk krimpkous met een grote diameter.
Binnenbehuizing
Er is geen limiet aan de lengte van de bekabeling die vanaf de opto-isolator verder loopt.
3
Schroeven
of
4
schroeven
Wand
2
Afstandsbedieningskabel
Buitenbehuizing
Aansluiting (CON1)
Buitenbehuizing
Bovenste lip
Achterzijde
Aansluiting
Uitvoeren
(CON1)
Binnenbehuizing
Binnenbehuizing
Afstandsbe-
dieningska-
Tabbladen
3
bel
2
Schroeven
Buitenbehuizing
Onderste lip
Binnenbehuizing
Aansluitdoos (JIS C 8336)
Sluit de binnenunit en de afstandsbediening op elkaar aan 1. (Zie de
6.
2
afbeelding)
Afstandsbedieningskabel
Sluit de connector van afstandsbedieningskabel 2 stevig in de connector op
7.
Buitenbehuizing
de regelkast van de binnenunit.
Bevestig de groene draad van de afstandsbedieningskabel 2 op de
8.
Bovenste lip
aardingsaansluiting op het regelpaneel.
Aansluiting
(CON1)
Binnenbehuizing
4
Schroeven
Afstandsbedienings-
Onderste lip
kabel
2
2
Inkepingen
Wand
Afstandsbedieningskabel
Aansluiting
(CON1)
Buitenbehuizing
Buitenbehuizing
Regelkast
Binnenbehuizing
Connector
Rechterzijde uitvoeren
1
Afstandsbediening
BUITENUNIT
4
DE APPARATUUR VACUÜM
TREKKEN
BIJ DE INSTALLATIE VAN EEN AIRCONDITIONER DIENT U DE LUCHT UIT DE BINNENUNIT
EN UIT DE LEIDINGEN TE VERWIJDEREN op de volgende manier.
Vloeistofzijde
Binnenunit
Tweewegklep
Extra koelmiddel
Lengte leidingen voor
(g/m)
extra koelmiddel (m)
Gesloten
20
10
Gaszijde
Driewegklep
OPEN
Gesloten
Lo
Hi
Vacuüm-
GESLOTEN
pomp
Model
A
B
C
D
613 mm 130 mm
24 mm
360,5 mm
1.
Sluit een vulslang met aandrukpen aan op de Lage zijde van een vulset en servicepoort
van driewegklep.
Controleer dat het uiteinde van de vulslang met de insteekfi tting is aangesloten op
de servicepoort.
Sluit de middelste slang van de vulset aan op een vacuümpomp.
2.
3.
Schakel de vacuümpomp aan en controleer dat de wijzer van de drukmeter van 0 cmHg
(0 MPa) naar –76 cmHg (–0,1 MPa) gaat. Laat vervolgens de lucht gedurende een
tiental minuten ontsnappen.
4.
Sluit de afsluiter aan de lage druk-zijde van de vulset en zet de vacuümpomp uit. Let
erop dat de naald van de meter niet beweegt na ongeveer vijf minuten.
Opmerking: VOER DEZE HANDELING UIT OM LEKKAGE VAN KOELVLOEISTOF TE
VOORKOMEN.
kunnen.
5.
Ontkoppel de vulslang van de vacuümpomp en van de servicepoort van de driewegklep.
Aandraaimoment
Draai de doppen van de servicepoorten van de driewegklep aan met een moment van
6.
[18 N•m (1,8 kgf•m)]
18 N•m met behulp van een momentsleutel.
[42 N•m (4,3 kgf•m)]
7.
Verwijder de doppen van zowel de tweeweg- als de driewegklep. Zet beide kleppen in de
stand "OPEN" en gebruik daarvoor een inbussleutel (4 mm).
[55 N•m (5,6 kgf•m)]
8.
Monteer de doppen op de tweewegklep en de driewegklep.
[65 N•m (6,6 kgf•m)]
Voer een controle op gaslekken uit.
[100 N•m (10,2 kgf•m)]
Als de wijzer van de drukmeter niet van 0 cmHg (0 MPa) naar -76 cmHg (-0,1 MPa)
3
gaat, zoals beschreven in stap
hierboven, neem dan de volgende maatregelen:
- Als het lek gedicht wordt wanneer u de leidingverbindingen strakker aandraait, ga dan
Moersleutel of
3
Momentsleutel
verder met de werkzaamheden vanaf stap
.
schroefsleutel
- Als het lek niet wordt gedicht wanneer u de verbindingen weer aandraait, onderzoek
dan de locatie van het gaslek.
Vloeistofzijde
- Laat geen koelvloestof onstsnappen tijdens de werkzaamheden aan de leidingen bij
Halve koppeling
Wartelmoer
installatie of herinstallatie.
Verbindingsleiding
- Ga voorzichtig om met het vloeibare koelmiddel, het kan bevriezingsverschijnselen
(vrouwelijke zijde)
veroorzaken.
Gaszijde
Verloopstuk (CZ-MA1P)
Verbindingsleiding (vrouwelijke zijde)
Wartelmoer
WAARSCHUWING
1
2
3
Dit apparaat moet goed worden geaard.
Om
veiligheidsredenen
L
N
1
2
3
is de aarddraad
Opmerking: Scheidingsschakelaars
langer dan de
(Stroomonderbrekers) moeten een
andere draden
minimum contactopening van 3,0 mm
(L) (N)
hebben.
De aarddraad is Geel/Groen (Y/G) van
kleur en, om veiligheidsredenen, langer
dan de andere draden.
Stroomtoevoer
Verbindingskabel
snoer
binnenshuis & buitenshuis
Zekeringen
Binnenunit
Leiding
Onjuiste fl ens 
Hendel
Tapse
Staaf
0 – 0,5 mm
Als de leiding goed is gefl enst, dient het
Juk
Staaf
ruimer
Richt
binnenste oppervlak van de fl ens gelijkmatig
Kern
naar
te glimmen en van een gelijke dikte te zijn.
beneden
Vermijd dat het gefl enste oppervlak in contact
Klemhendel
Rode maatstreep
Schuin Beschadigd
Gebarsten Ongelijke
Koperleiding
oppervlak
dikte
komt met de aansluitingen, controleer de
1. Om te snijden
2. Om de metaalkrullen
3. Om te fl ensen
fl ens zorgvuldig.
te verwijderen
CONTROLEER DE AFVOER
Controle na aansluiten van de stroomtoevoer.
Giet ongeveer 600 ml water in de afvoerbak van de
hoofdeenheid met behulp van een knijpfl es o.i.d.
Warmtewisselaar
Druk op de afvoertestschakelaar op het bedieningsbord
in de bedieningskast om de afvoermotor te starten en
controleer of het water normaal wordt afgevoerd.
(De afvoermotor loopt ongeveer 5 minuten en stopt
vervolgens automatisch.)
(Zie het schema bij "Aansluiten van de binnen/buiten-
Afvoerbak
aansluitkabel".)
AFTAPPEN VAN WATER UIT DE BUITENUNIT
Als een afvoer elleboog is gebruikt moet het toestel op een sokkel van
meer dan 30 mm hoog worden geplaatst.
Als het toestel wordt gebruikt in een omgeving waar de temperatuur
gedurende 2 tot 3 opeenvolgende dagen beneden 0°C kan dalen, kan
beter geen gebogen afvoerstuk worden gebruikt, omdat het aftapwater
kan bevriezen en de ventilator niet meer zal draaien.
5
Afvoerbocht
Plaats de slang onder een hoek zodat het
water gemakkelijk kan weglopen.
CONTROLEPUNTEN
Is er een gaslek aan de gefl enste verbindingen?
Is de aardedraadaansluiting op juiste wijze
uitgevoerd?
Is de warmteïsolatie uitgevoerd aan de gefl enste
verbindingen?
Komt het voltage van de stroomvoorziening overeen
met de nominale waarde?
Is de aansluitkabel stevig op het aansluitblok
bevestigd?
Is er enig ongewoon geluid waarneembaar?
Is de aansluitkabel stevig vastgeklemd?
Werkt het koelen/verwarmen normaal?
Is de afvoer in orde? (Zie "Controleer de afvoer")
Werkt de thermostaat normaal?
Is de LCD funktie van de afstandsbediening
normaal?
NEDERLANDS
F616771
GEDRUKT IN MALAYSIA
Buitenunit
Klembord
Om
veiligheidsredenen
is de aarddraad
langer dan de
andere draden
Houder
Knijpfl es
Ongeveer 600 ml
water
Afvoerslang

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières