b) Spoor instellen
Het spoor (toespoor = afb. "A", uitspoor = afb. "B") geeft de hoek van de
wielen ten opzichte van de rijrichting aan.
Tijdens het rijden worden de wielen door de rolweerstand vooraan uit
elkaar gedrukt en staan daarom niet meer exact parallel ten opzichte van
de rijrichting.
Ter compensatie kunnen de wielen van het stilstaande voertuig zo
ingesteld worden dat ze vooraan lichtjes naar binnen wijzen. Dit toespoor
zorgt tegelijkertijd voor een betere zijdelingse geleiding van de banden en
zodoende voor een directere reactie van de besturing.
Als u een zachtere reactie van de besturing wenst, kan dit via de instelling
van een uitspoor bereikt worden, d.w.z. de wielen van het stilstaande
voertuig wijzen naar buiten.
Een spoorhoek van meer dan 3° toespoor (A) of uitspoor (B) leidt tot problemen bij het rijgedrag en een
lagere snelheid. Bovendien neemt de slijtage van de banden hierdoor toe.
De bovenstaande afbeelding toont een sterk overdreven instelling die alleen ter verduidelijking van het
verschil tussen toespoor en uitspoor dient. Als het voertuig op een dergelijke manier wordt ingesteld kan
deze nog maar zeer moeilijk worden bestuurd!
Spoor op de vooras instellen:
Het toe-/uitspoor aan de vooras kan worden ingesteld
door de spoorstangarm (A) te verdraaien. Aangezien deze
zowel een linkse en rechtse schroefdraad heeft, hoeft u
hem voor het verstellen niet te demonteren.
Draai altijd beide spoorstangarmen gelijkmatig (linker en
rechter voorwiel), aangezien anders de trimming op de
zender moet aangepast (of zelfs de aansturing door de
stuurbekrachtiging door het verplaatsen van de stang van
de stuurbekrachtiging).
Bovendien bevinden er zich in de scharnierhoek (B)
meerdere bevestigingspunten voor de stuurarm; deze
dienen om de stuurhoek van het voorwiel te wijzigen
(Ackermann-hoek).
De fabrikant heeft hier al de optimale instelling uitgevoerd, daarom moet u het bevestigingspunt (B) niet
wijzigen.
Spoor op de achteras instellen:
Het spoor van de achteras is vast ingesteld en kan niet worden aangepast.
128
A
B
¦ ¦