f) Vervangen van de motortandkrans
Het voertuig is uitgerust met een motortandkrans met 12 tanden. In de leveringsomvang is een tweede motortandkrans
met 14 tanden inbegrepen.
Gebruik van de motortandkrans met 12 tanden levert door de omzetting betere acceleratie, maar een lagere maximale
snelheid (tot ong. 90 km/h met twee 3-cellige LiPo-rijaccu's).
Als de motortandkrans met 14 tanden wordt gemonteerd, dan levert deze door de omzetting een iets slechtere
acceleratie, maar een hogere maximale snelheid (tot ong. 100 km/h met twee 3-cellige LiPo-rijaccu's).
Let op:
Wij bevelen aan om de motortandkrans met 14 tanden alleen te monteren, als u veilig met zulke krachtige
voertuigen kunt omgaan. De hoge snelheid vereist snelle reacties bij het besturen van het voertuig.
Bovendien moet er genoeg plaats zijn om het voertuig te rijden, aangezien de remweg beduidend langer is.
Ga als volgt te werk:
• Schakel de rijregelaar uit en ontkoppel beide rijaccu's
van de rijregelaar.
• Draai de drie inbusschroeven (A) los met een passende
3 mm inbussleutel, zodat de motorhouder (B) een stuk
naar voren (zie pijl in de afbeelding rechts) kan worden
uitgetrokken.
Draai de 3 schroeven er niet volledig uit, maar
slechts zo ver dat de motorhouder kan worden
bewogen.
• Draai de stelschroef (C) van de motortandkrans (D) met
een 2 mm inbussleutel (F) los, trek dan de motortand-
krans van de motoras (onthoud de oriëntering).
• Steek de motortandkrans (H) met 14 tanden in dezelfde
oriëntering op de motoras (de vlakke zijde wijst weg van
de motor).
• Doe een druppel schroefdraadafdichting op de stel-
schroef. Bevestig dan de motortandkrans met de stel-
schroef (G) op de motoras.
Let erop dat de stelschroef precies op de afgevlakte
zijde van de aandrijfas van de motor ligt en daar wordt
vastgeschroefd; zie schets (I).
Verder moet erop worden gelet dat de motortandkrans
precies op het aandrijftandwiel komt te liggen en niet
zijdelings is verplaatst, zie schets (J).
• Stel nu de tandflankspeling in, zie het volgende hoofd-
stuk 11. g). Daar wordt ook beschreven wanneer en hoe
de motorhouder wordt vastgeschroefd.
131