Table des Matières
Publicité
REMARQUE
Les télécommandes TR et TL ne sont pas néces-
saires quand le régulateur RWF40 est branché: leur
fonction est assurée par le régulateur proprement
dit.
SCHEMA (A)
Réglage relais thermique 9)(A)p.10
Sert à éviter que le moteur brûle à cause d'une aug-
mentation soudaine du courant éléctrique absorbé
due à l'absence d'une phase
• Le réglage du moteur thermique se fait à base du
courant nominal, indiqué sur la plaque du moteur,
et correspondant avec la tension sur laquelle le
moteur est réglé.
La protection est également assurée si l'échelle du
relais thermique ne comprend pas la valeur de
l'intensité absorbée indiquée sur la plaque du
moteur en 400 V.
Remarque
Les modèles GAS 8-9-10 P/M ont été homologués
pour fonctionner de façon intermittente. Cela veut
dire qu'ils doivent s'arrêter selon les normes au
moins 1 fois toutes les 24 heures pour permettre au
boîtier d'effectuer un contrôle de son efficacité au
moment du démarrage. Normalement l'arrêt du
brûleur est assuré par le thermostat de la chaudière.
S'il n'en était pas ainsi, il faudrait appliquer en série
au IN un interrupteur horaire qui commanderait
l'arrêt du brûleur au moins 1 fois toutes les 24 heu-
res.
Ces brûleurs sont indiqués aussi pour le fonctionne-
ment permanent, s'ils sont équipes avec le boîtier
LANDIS type LGK 16.333 A 27 (interchangeable
avec le boîtier, LANDIS type LFL 1.333, du brûleur).
NOOT
De thermostaten TR en TL zijn niet nodig indien
de RWF40 is aangesloten voor modulerende
werking. Hun functie wordt dan waargenomen
door de RWF40.
SCHEMA (A)
Afstelling thermisch relais 9)(A)p.10
Dit relais verhindert dat de motor verbrandt door
een plotse verhoging van de geabsorbeerde
elektrische stroom bij het ontbreken van een
fase.
• De inregeling van het thermisch relais dient
de gebeuren op basis van de nominale
stroom, die vermeldt staat op het motorplaat
en overkomend met de spanning waarop de
motor is ingeregeld.
Ook al geeft de schaal van het thermisch relais
de opgeslorpte stroom van de 400 V motor niet
aan, toch is de bescherming verzekerd.
N.B.
De branders GAS 8-9-10 P/M zijn gehomolo-
geerd voor intermitterende werking.
Dit betekent dat ze volgens de norm tenminste 1
maal per 24 uur moeten stoppen, opdat de ele-
ktrische apparatuur een controle van de eigen
doeltreffendheid bij het starten kan uitvoeren.
Normaal gesproken wordt de stilstand van de
brander verzekerd door de ketelthermostaat.
Als dit niet zo is, is het noodzakelijk om in serie
met IN een tijdschakelaar aan te brengen die
ervoor zorgt dat de brander tenminste 1 maal
per 24 uur stopt.
Deze branders zijn ook geschikt voor continu-
werking indien zij worden uitgerust met de bran-
derautomaat Landis LGK 16.333 A27 (onderling
verwisselbaar met de branderautomaat Landis
LFL 1.333 van de brander).
27
Publicité
Table des Matières
