Veiligheid
De PIN- en PUK-code dient ook
als diefstalbeveiliging:
■
Bewaar de PIN- en PUK-code
ontoegankelijk voor onbe-
voegde personen.
3.3.2 Sensoren
Het apparaat heeft meerdere
veiligheidssensoren. Hij schakelt
na het uitschakelen door een
veiligheidssensor niet automa-
tisch weer in. De foutmelding
wordt op het display weergege-
ven en moet bevestigd worden.
De reden voor de activering van
de sensor moet worden verhol-
pen.
Hefsensor
Als het apparaat tijdens de wer-
king aan het huis wordt opgetild,
wordt de rijaandrijving uitgescha-
keld en de snijmessen worden
gestopt.
Stootsensoren voor
obstakelherkenning
Het apparaat is uitgevoerd met
sensoren die er bij contact met
een obstakel voor zorgen dat de
rijrichting wordt aangepast. Wan-
neer het apparaat tegen een ob-
stakel aanstoot, verschuift het
bovendeel van de behuizing iets
en de stootsensor wordt geacti-
veerd.
457397_a
Hellingsensor in rijrichting/
zijkant
Als er in rijrichting een helling of
een daling of een schuine zij-
waartse stand van 24° (45 %)
wordt bereikt, keert het apparaat
om of verandert van rijrichting.
Regensensor
Het apparaat is uitgevoerd met
een regensensor die in geacti-
veerde hoedanigheid bij regen
de maaibeurt onderbreekt en er-
voor zorgt dat het apparaat te-
rugrijdt naar het basisstation.
OPMERKING
Het apparaat kan betrouw-
baar in de buurt van ande-
re robot-grasmaaiers wor-
den gebruikt.
Het in de begrenzingska-
bel gebruikte signaal vol-
doet aan de door EGMF
(European Garden Machi-
nery Federation) vastge-
legde standaards wat be-
treft de elektromagneti-
sche emissies.
77