Veiligheid
2.5
Persoonlijke veiligheidsmaatregelen
•
Elk persoon die het apaparaat bedient moet van tevoren de bedieningshandleiding voor de Easy
Clean met de veiligheidsvoorschriften hebben gelezen en begrepen.
•
Het apparaat en alle daarmee verbonden apparaten die in het appraat in/aangebouwd zijn, mogen
enkel door door personeel worden bediend die hiervoor gekwalificeerd en gecertificeerd zijn.
•
Er mogen enkel machines met handgrepen handmatig bedient worden.
Anders bestaat er gevaar voor verwonding van de handen!
2.6
Beschermende uitrusting
De beschermende uitrusting bestaat volgens de
veiligheidstechnische eisen uit:
2.7
Ongevallenpreventie
•
Beveilig het werkgebied voor onbevoegden, vooral kinderen, over een groot gebied.
•
Voorzichtig bij onweer!
•
Verlicht het werkgebied voldoende.
•
Wees voorzichtig met natte, bevroren en vuile bouwmaterialen!
•
Werk niet met het apparaat in weersomstandigheden onder 3 °C (37,5 °F)!
•
Het gevaar bestaat dat de vastgeroeste goederen door nattigheid of ijsvorming wegglijden.
2.8
Functionele en visuele controle
2.8.1
Algemeen
•
Voor elk gebruik op werking moet gecontroleerd worden of het toestel goed functioneert en of het zich
in goede staat bevindt.
•
Onderhoud, smering en opheffen van storingen aan het toestel mogen uitsluitend buiten bedrijf
plaatsvinden!
•
Bij gebreken die de veiligheid betreffen, mag het toestel pas nadat de gebreken volledig zijn verholpen
weer in gebruik worden genomen.
•
In geval van scheuren, kieren of beschadigingen aan gelijk welke delen van het apparaat moet elke
gebruik van het apparaat onmiddellijk stop gezet worden.
•
De handleiding van het toestel moet op de werklocatie altijd kunnen worden geraadpleegd.
•
De op het toestel aangebrachte typeplaatje mag niet worden verwijderd.
•
Onleesbare verwijzingsplaatjes (zoals verbods- en waarschuwingstekens) moeten worden vervangen.
5310.0415
•
Beschermende kleding
•
Veiligheidshandschoenen
•
Veiligheidsschoenen
6 / 26
NL