Als een doorslijpmachine met een
roterende doorslijpschijf in de richting
van de pijl wordt bewogen, ontstaat er
een kracht die de machine probeert te
doen kantelen.
Het door te slijpen object moet vast
liggen, altijd de doorslijpmachine naar
het object geleiden – nooit omgekeerd.
De beschermkap voor de doorslijpschijf
moet het slijpstof afwenden van de
gebruiker en de doorslijpmachine.
Op de vliegrichting van het slijpstof
letten.
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood het apparaat direct uitschakelen,
de arrêteerhendel in stand ƒ plaatsen
en de accu uit het apparaat nemen.
Het werkgebied opruimen – op
obstakels, kuilen en greppels letten.
Met deze doorslijpmachine kan bij regen
en in een vochtige omgeving worden
gewerkt. Een nat geworden
TSA 230
doorslijpmachine, resp. een nat
geworden accu los van elkaar na de
werkzaamheden laten drogen.
De doorslijpmachine niet in de regen
achterlaten.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op
hellingen, in oneffen terrein enz. – kans
op uitglijden!
Niet alleen werken – altijd binnen
gehoorafstand van anderen blijven die
in geval van nood hulp kunnen bieden.
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt – omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Op tijd rustpauzes nemen om
vermoeidheid en uitputting te
voorkomen – kans op ongelukken!
Geen andere personen in het
werkgebied dulden – voldoende afstand
tot de andere personen houden ter
bescherming tegen lawaai en
weggeslingerde delen.
Bij misselijkheid, hoofdpijn,
gezichtsstoornissen (bijv. kleiner
wordend blikveld), gehoorverlies,
duizeligheid, afnemende concentratie,
de werkzaamheden direct onderbreken
– kans op ongevallen!
Als de doorslijpmachine niet volgens
voorschrift (bijv. door geweld van
buitenaf, door stoten of vallen) werd
uitgeschakeld, voor het opnieuw in
gebruik nemen beslist controleren of de
doorslijpmachine in een bedrijfszekere
staat verkeert – zie ook "Voor het
starten". Vooral de correcte werking van
de veiligheidsinrichtingen controleren.
Doorslijpmachines die niet meer
bedrijfszeker zijn, in geen geval verder
gebruiken. In geval van twijfel contact
opnemen met een geautoriseerde
dealer.
Nooit een roterende doorslijpschijf met
de hand of met een ander lichaamsdeel
aanraken.
De werkplek controleren. Kans op
beschadiging van buizen en
elektriciteitskabels voorkomen.
In de buurt van ontvlambare stoffen en
brandbare gassen mag niet met de
doorslijpmachine worden gewerkt.
Niet in buizen, blikken of andere
bussen/tanks slijpen, als niet zeker is
dat deze geen vluchtige of brandbare
substanties bevatten.
Voordat de doorslijpmachine op de
grond wordt geplaatst en voor het
achterlaten van de doorslijpmachine:
Apparaat uitschakelen
–
De arrêteerhendel in stand ƒ
–
plaatsen
Wachten tot de doorslijpschijf
–
stilstaat of de doorslijpschijf door
voorzichtig contact met een hard
oppervlak (bijv. betonplaat) tot
stilstand afremmen
Accu uit het apparaat nemen. Als de
–
accu bij een nog draaiende
doorslijpschijf uit het apparaat wordt
genomen, wordt het uitloopeffect
vergroot – kans op letsel!
Nederlands
247