Knop "CRUISE CONTROL"
Wanneer de knop
Afb. 7.G wordt ingedrukt, wordt
de functie "CRUISE CONTROL"
geactiveerd/gedeactiveerd.
De Cruise Control is een
bediening waarmee u de
gewenste snelheid in de
vooruitversnelling kunt handhaven
zonder dat u het tractiepedaal
ingedrukt hoeft te houden.
• Wanneer op de knop "CRUISE
CONTROL" (Afb. 7.G) wordt
gedrukt terwijl vooruit wordt
gereden, handhaaft de machine
de snelheid die op dat moment
is bereikt zonder dat het
tractiepedaal moet geactiveerd
worden (Afb. 6.F). Wanneer de
functie actief is, licht de icoon
Afb. 7.I op het toetsenbord op.
OPMERKING
In de achteruitversnelling is
het niet mogelijk om de functie
"CRUISE CONTROL" te activeren.
OPMERKING
Tijdens hellingen of afdalingen
kan de snelheid variëren ten
opzichte van diegene die is
ingesteld op een vlak terrein.
Om de inrichting uit te schakelen
en de bediening van de
voortbewegingssnelheid te resetten
met het gaspedaal (afb. 6.F), moet
als volgt gehandeld worden:
• druk op de knop Afb. 7.G.
of
• druk het tractiepedaal in (Afb. 6.F).
Selectieknop snelheid
maai-inrichting
Met deze knop (Afb. 7.H) kunnen
3 verschillende maaisnelheden
geselecteerd worden.
1. ECO: De rotatiesnelheid van de
maai-inrichting wordt verlaagd
om de bedrijfsduur van de accu
te verlengen. Wanneer deze
functie is geactiveerd, licht de
icoon "blad" op (Afb. 7.J).
Men raadt het gebruik van
deze functie af bij moeilijke
maaicondities (maaien met
dicht, hoog, vochtig gras).
2. NORMAL: standaard
rotatiesnelheid van de
maai-inrichting voor
gebruik in normale
grasmaaiomstandigheden
3. TURBO: De rotatiesnelheid
van de maai-inrichting
wordt verhoogd voor het
maaien van gras in moeilijke
omstandigheden (dicht, hoog,
vochtig gras). Wanneer deze
functie is geactiveerd, licht
de icoon "draaiend mes" op
(Afb. 7.R). De autonomie
van de accu neemt af.
Icoon Opgelet
De icoon Afb. 7.E, indien
verlicht, wordt aangeduid dat de
veiligheidscondities niet aanwezig
zijn en dat er een mogelijke storing
van de machine is (zie hfdst. 15).
Led accu
De Afb. 7.F duidt normaal gezien
de acculading van de machine
aan, maar bepaalde combinaties
van hun verlichtingsstatus
geven informatie over
machinestoringen (zie hfdst. 15).
Icoon "Ready"
De icoon Afb. 7.K licht op wanneer
de machine is ingeschakeld
en klaar is voor gebruik.
Icoon "Bluetooth"
De icoon Afb. 7.M licht op wanneer
de machine en de inrichting
voor de gegevensuitwisseling
in verbinding zijn.
NL - 14
LET OP