Symbool
Betekenis
Bediening
Aanbevelingen voor olie
Oliecapaciteit: Zie het deel Specificaties .
Voor de beste prestatie raden wij het gebruik van Briggs & Stratton Warranty
Certifiedoliesoorten aan. U kunt ook andere hoogwaardige soorten reinigingsolie gebruiken,
als deze geschikt zijn voor SF, SG, SH, SJ of hoger. Gebruik geen speciale additieven.
De buitentemperaturen bepalen de juiste olieviscositeit voor de motor. Bepaal met behulp
van de tabel de beste viscositeit voor het verwachte buitentemperatuurbereik.
A
SAE 30 - Onder 4°C (40°F) zal leidt gebruik van SAE 30 tot problemen bij het
starten.
B
10W-30 - Boven 27°C (80°F) kan het gebruik van 10W-30 leiden tot een hoger
olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker.
C
Synthetisch 5W-30
D
5W-30
Oliepeil controleren
Zie Afbeelding: 4
Voordat de olie bijgevuld of gecontroleerd wordt
•
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
•
Reinig het gebied rond de olievulopening.
1.
Verwijder de peilstok (A, Afbeelding 4) en veeg deze met een schone doek af.
2.
Plaats de peilstok en draai deze vast (A, Afbeelding 4).
3.
Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. Het oliepeil is juist als het bovenaan de
indicator voor vol (B, Afbeelding 4) op de peilstok staat.
4.
Als het oliepeil laag is, voeg dan langzaam olie toe via de olievulopening (C,
Afbeelding 4). Voeg niet te veel brandstof toe. Wacht na het bijvullen één minuut
en controleer het oliepeil dan nogmaals.
5.
Plaats de peilstok terug en draai deze vast (A, Afbeelding 4).
Aanbevolen brandstof
De brandstof moet aan deze eisen voldoen:
•
Schone, verse, loodvrije benzine.
•
Minimaal 87 octaan/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor gebruik op grote hoogte.
•
Benzine met tot 10% ethanol (gasahol) is toegestaan.
Symbool
Betekenis
Opladen van een accupack
Verwijderen sleutel/accupack
OPGEPAST
Gebruik geen benzine die niet is goedgekeurd zoals E15 en E85. Meng
geen olie in de benzine en pas de motor niet aan voor alternatieve brandstoffen. Het
gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen zal schade veroorzaken aan onderdelen
van de motor. Dit wordt niet gedekt door de garantie.
Voeg een brandstofstabilisator aan de brandstof toe om het brandstofsysteem tegen
gomvorming te beschermen. Zie Opslag. Niet alle brandstoffen zijn gelijk. Verander bij
start- of prestatieproblemen van tankstation of merk. Deze motor is gecertificeerd om op
benzine te lopen. Het emissieregelsysteem voor deze motor is EM (Engine Modifications).
Grote hoogte
Op hoogtes van meer dan 1.524 meter (5.000 voet) is benzine met minimaal 85 octaan/85
AKI (89 RON) toegestaan.
Motoren met carburateur moeten worden afgesteld om hun prestaties te behouden. Gebruik
zonder deze afstelling veroorzaakt slechtere prestaties, een hoger brandstofverbruik en
toegenomen emissies. Raadpleeg een erkende Briggs & Stratton-dealer voor instructies
over de afstelling voor grote hoogtes. Het gebruik van de motor op hoogtes van minder
dan 762 meter met de set voor grote hoogtes wordt niet aanbevolen.
Motoren met elektronische brandstofinjectie (EFI) hoeven niet voor grote hoogtes te worden
afgesteld.
Brandstof bijvullen
Zie Afbeelding 5
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
Bij het bijvullen van brandstof
•
Schakel de motor uit en laat de motor ten minste gedurende 2 minuten afkoelen
voordat u de benzinedop verwijdert.
•
Vul de brandstoftank buiten of in een goed geventileerde ruimte.
•
Vul de brandstoftank niet te veel. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant
van de hals, zodat de brandstof kan uitzetten
•
Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
•
Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en koppelingen regelmatig op barsten
of lekken. Vervang deze, indien noodzakelijk
•
Indien brandstof wordt gemorst, dient u te wachten tot deze verdampt is voordat u
de motor start.
1.
Reinig het gebied rond de tankdop Verwijder de tankdop.
2.
Vul de brandstoftank (A, Afbeelding 5) met brandstof. Vul de brandstoftank niet tot
boven de onderkant van de nek zodat de brandstof kan uitzetten.
3.
Draai de tankdop weer vast.
Opladen van een accupack
Zie afbeelding : 6, 7
WAARSCHUWING
Oneigenlijk gebruik van de accu en de oplader kan leiden tot elektrische schokken
of brand.
Bij het opladen van het accupack
•
Laad Briggs en Stratton accupacks alleen op met de Briggs en Stratton acculader.
•
Gebruik de Briggs & Stratton acculader niet voor het opladen van andere soorten
accu's.
•
Houd de acculader droog. Stel het accupack niet bloot aan regen of natte
omstandigheden.
•
Trek aan de stekker en niet aan het snoer als u de oplader loskoppelt. Anders kan
de stekker of het snoer beschadigd raken.
•
Een verlengsnoer mag niet worden gebruikt tenzij absoluut noodzakelijk. Het gebruik
van een ongeschikt verlengsnoer kan brand en elektrische schokken veroorzaken.
Als een verlengsnoer moet worden gebruikt, controleer dan of:
1.
de pennen op de stekker van het verlengsnoer van dezelfde/hetzelfde aantal,
grootte en vorm zijn als die van de stekker van de oplader;
2.
het verlengsnoer goed is aangesloten en in goede elektrische staat is;
85