NL
In- en uitschakelen
1. Steek de stekker van het net-
snoer in het stopcontact (13)
aan de beugelhandgreep (1).
2. Voor de trekontlasting vormt u
uit het uiteinde van het netsnoer
een lus en haakt u deze in de
trekontlasting (15) vast.
3. Sluit het apparaat op de net-
spanning aan.
4. Let er vóór het inschakelen op
dat het apparaat geen voorwer-
pen raakt.
5. Vooraleer u de grasmaaier in-
schakelt, kantelt u hem lichtjes
op de zijkant. Dat vergemakkeli-
jkt het starten en verhindert een
ongewild diepe snoeicirkel op
de startplaats omdat het lucht-
kussen pas opblaast nadat het
apparaat is gestart.
6 Als u het apparaat wilt
inschakelen, drukt u eerst
op de ontgrendelknop
(14) van de beugelgreep
en dan drukt u op de starthendel
(16). Laat de ontgrendelknop
(14) los.
7. om uit te schakelen, laat u de
starthefboom (16) los.
Na het uitschakelen van het ap-
paraat draait het mes nog enkele
seconden lang. Raak het draai-
ende mes niet aan. Er bestaat
gevaar voor lichamelijke letsels.
40
All manuals and user guides at all-guides.com
Werken met de grasmaaier
Neem de bescherming tegen la-
waaihinder en lokale voorschriften
in acht.
Het regelmatige maaien zet de grasplant
tot een versterkte bladvorming aan, maar
laat tegelijkertijd onkruidplanten afsterven.
Daarom wordt het gazon telkens nadat er
gemaaid werd dichter en ontstaat er een
gelijkmatig belastbaar gazon.
De eerste snoeibeurt vindt plaats onge-
veer vanaf april. In de hoofdvegetatietijd
wordt het gazon minstens één keer per
week gemaaid.
• Begin met het maaien in de
nabijheid van het stopcontact en
werk van het stopcontact weg.
• Leid het verlengsnoer altijd ach-
ter u en breng het na het keren
tot aan de reeds gemaaide zijde.
• Leid het apparaat stapvoets in
zo recht mogelijke banen. om
volledig te maaien, dienen de
banen zich altijd enkele centi-
meters te overlappen.
•
Stel de snoeidiepte zodanig in, dat het
apparaat niet overbelast wordt. In het
andere geval kan de motor bescha-
digd worden.
•
Werk op hellingen altijd dwars op de
helling. Wees uiterst voorzichtig wan-
neer u achteruitstapt en het apparaat
voorttrekt.
•
Reinig het apparaat telkens na ge-
bruik zoals in hoofdstuk „Reiniging,
onderhoud, opslag" beschreven.
Schakel na het werk en voor
het transport het apparaat uit,
trek de netstekker uit en wacht