7.4
Onderhoud
GEVAAR
Als de installatie in een schacht is ingebouwd, moeten maatregelen voor het voorkomen van ongelukken worden
genomen (zoals het meten van giftige stoffen en eventueel mechanisch ventileren van de schacht, veiligheidsrie-
men en -personeel en driepoten).
VOORZICHTIG
Toe- en afvoerleidingen moeten voor aanvang van het werk geleegd en drukloos zijn. Het vulpeil in het reservoir
moet zich onder het bevestigingsniveau (pompflens) van de pomp bevinden.
VOORZICHTIG
Gevaar voor materiaalschade!
De pomp mag niet drooglopen.
Om de bedrijfsgereedheid van de terugstuwkleppen tijdens stroomuitval te garanderen, moeten de batterijen voldoende
spanningsreserve hebben. Bij normale omgevingsomstandigheden die voldoen aan de instructies is een spanning van 16
V tot het volgende voorgeschreven onderhoud voldoende.
De spanning kan in het menu van de besturingskast bij "actuele meetwaarden" worden gevonden.
De afdichtingen van het vergrendelbare deksel en het inschuifgedeelte (voor het basiselement) mogen alleen met hoog-
waardig KESSEL-vet (art.nr. 681001) worden ingevet.
Onderhoud voorbereiden
Controleren of er terugstuw bestaat (te zien op de besturingskast). Tijdens terugstuw kan geen onderhoud worden uitge-
voerd.
De installatie elektrisch controleren.
Zorgen dat er geen afvalwater meer in de installatie stroomt.
Restwater met de knop "Handbediening" wegpompen.
Klep(pen) met de knop "Handbediening" sluiten. Eventueel aanwezige redundante klep ook sluiten.
Besturingskast uitschakelen en tegen opnieuw inschakelen zekeren.
Onderhoud aan terugstuwonderdelen
Vergrendelbaar deksel, klep(pen) en inschuifgedeeltes
demonteren en reinigen.
Binnenkant van het gedeelte met de kleppen reinigen.
Afdichting van het vergrendelbare deksel en contactop-
pervlakten van het inschuifgedeelte met het reservoir
insmeren met hoogwaardig KESSEL-vet (art.nr. 681001).
Eventueel kunnen de contactoppervlakten tussen de
vergrendelingshendel en de klep ook met hoogwaardig
KESSEL-vet (art.nr. 681001) worden ingesmeerd.
Inschuifgedeeltes en kleppen weer monteren.
Zorgen dat het vergrendelbare deksel in de positie
"DICHT" bevindt. Hendel aan de onderkant van het ver-
grendelbare deksel en de contactoppervlakten daarvan
met de klep ook met hoogwaardig KESSEL-vet insmeren.
Vergrendelbaar deksel monteren.
Als er sinds het laatste onderhoud terugstuw heeft plaats-
gevonden, moet de pomp worden gedemonteerd en de
be- en ontluchtingsopening worden schoongemaakt.
Daarna pomp weer monteren.
Besturingskast weer inschakelen.
Klep(pen) weer met de knop "Handbediening" openen.
Overgebleven batterijspanning zoals hierboven beschre-
ven via de besturingskast controleren en eventueel de
batterijen vervangen.
90 / 116
Terugstuwpompinstallatie / Inbouw- en bedieningshandleiding
010-694