2. Beschrijving van het apparaat
2.1 Toepassing
De VENTImotion is een beademingstoestel voor de niet-invasieve, niet-
levensbehoudende beademing van volwassen patiënten met ademinsufficiëntie die
aantoonbaar beschikken over een eigen ademaandrijving. Dit komt overeen met de
volgende ziektebeelden:
•
restrictieve en obstructieve ventilatiestoringen, bijv. diafragmaparese,
OSAS, COPD
•
Storingen van de ademmechanica, bijv. scoliose, thoraxdeformiteit.
•
neurologische, musculaire en neuromusculaire storingen
•
centrale ademreguleringsstoringen
VENTImotion is niet geschikt voor de levensbehoudende toepassing.
Gebruik het apparaat uitsluitend voor de hier beschreven doeleinden.
2.2 Kwalificatie
VENTImotion mg uitsluitend door een arts individueel voor de afzonderlijke patiënt
worden ingesteld.
Bij de overdracht van de VENTImotion aan de patiënt moet door de behandelende
arts of het ziekenhuispersoneel een instructie over de functies van het apparaat
plaatsvinden.
2.3 Functiebeschrijving
Beschikbaar stellen van de therapiedruk
Een elektronisch bestuurd blaaswerk zuigt omgevingslucht via een filter aan en
transporteert deze naar de uitgang van het apparaat . Van hier stroomt de lucht door
het slangsysteem en het ademmasker naar de patiënt.
Sensors herkennen de druk in het ademmasker en in het slangsysteem alsmede de
wissel van de ademfasen (triggertijdstip). Overeenkomstig stelt het blaaswerk de
door de arts ingestelde IPAP- en EPAP-drukken beschikbaar.
116
NL
Beschrijving van het apparaat