24 Bedieningstoetsen
Worden gebruikt voor de snelle instelling door de,
zijn in de patiëntenmodus geblokkeerd.
25 Menutoets
Wordt gebruikt voor het wisselen van de stan-
daardweergave in het menu en omgekeerd.
26 Bevochtigertoets met lichtdiode
Wordt gebruikt voor het instellen van de bevochti-
gingsstand. Er zijn zes standen beschikbaar. De licht-
diode geeft aan of de bevochtiger geactiveerd is.
27 Softstart-toets
Is bestemd voor het activeren van de softstart en
voor het instellen van de softstartduur tot de door de
arts ingestelde maximale waarde.
Standaardweergave tijdens de therapie:
7 Actieve
beademingsmodus
6 Beademingsparameters
1 Statusregel
Hier wordt informatie weergegeven over de status
van het apparaat zoals bijv. Filterwissel of beno-
digd onderhoud.
2 Softstartsymbool
Geeft aan dat de softstart geactiveerd is, het getal
geeft de nog resterende tijd in minuten aan.
3 Weergave wissel ademfase
Geeft aan of de actuele wissel van de ademfase
spontaan of mandatoir plaatsvindt (spontaan: S,
mandatoir: T), de weergave wisselt naar gelang
1 Statusregel
5 Staafdiagram voor de drukweergave
28 VENTIpower
Is verkrijgbaar als accessoire en wordt gebruikt
voor de netonfhankelijke stroomvoorziening van de
VENTImotion.
29 Typeplaatje
Levert informatie over het apparaat zoals bijv. serie-
nummer en bouwjaar.
30 VENTIclick
Is verkrijgbaar als accessoires en wordt gebruikt
voor de bevochtiging en verwarming van de adem-
lucht.
31 Transporttas
Wordt gebruikt voor het transport van de
VENTImotion.
32 VENTI-O
/33 VENTI-O
2
Is verkrijgbaar als accessoire en wordt gebruikt om
zuurstof in de ademlucht in te voeren.
2 Softstartsymbool
3 Weergave wissel ademfase
4 Toegang tot het patiëntenmenu
van de ademfase van links (inspiratie) naar rechts
(expiratie); hier mandatoire expiratie.
plus
2
Overzicht
NL
113