Richtsnoer en verklaring fabrikant – elektromagnetische immuniteit
De pomp is bedoeld voor gebruik in de hieronder aangegeven elektromagnetisch omgeving. De patiënt of
gebruiker van de pomp dient er voor te zorgen dat de pomp wordt gebruikt in een dergelijke omgeving.
Immuniteitstest
Elektrostatische
±6 kV bij contact
ontlading (ESD)
±8 kV in lucht
IEC 61000-4-2
Elektrische snelle
±2 kV voor
transiënten/
netvoedingslijnen
stootspanning
±1 kV voor ingangs-/
IEC 61000-4-4
uitgangslijnen
Stootspanningen
±1 kV lijn(en) naar
lijn(en)
IEC 61000-4-5
±2 kV lijn(en) naar
aarding
Spannings-
<5% U
dalingen, korte
(>95% dip in U
onderbrekingen
gedurende 0,5 cyclus
en spannings-
fluctuaties bij
40% U
ingangslijnen van
(60% daling in U
de netvoeding.
gedurende 5 cycli
IEC 61000-4-11
70% U
(30% daling in U
gedurende 25 cycli
<5% U
(>95% dip in U
gedurende
5 seconden
Netfrequentie
3 A/m
(50/60 Hz)
magnetisch veld
IEC 61000-4-8
NB
U
is de wisselstroomspanning van het elektriciteitsnet voorafgaand aan de toepassing van het
T
testniveau.
IEC 60601-
Conformiteits-
testniveau
±6 kV bij contact
±8 kV in lucht
±2 kV voor
netvoedingslijnen
NVT
±1 kV lijn(en) naar
lijn(en)
NVT
<5% U
T
)
(>95% dip in U
T
gedurende 0,5 cyclus
40% U
T
)
(60% daling in U
T
gedurende 5 cycli
70% U
T
)
(30% daling in U
T
gedurende 25 cycli
<5% U
T
)
(>95% dip in U
T
gedurende
5 seconden
3 A/m
Elektromagnetische omgeving
niveau
Vloeren moeten van hout, beton
of keramische tegel zijn. Als
vloeren zijn bedekt met
synthetisch materiaal moet de
relatieve vochtigheid minimaal
30% bedragen.
De kwaliteit van de netvoeding
moet die van een commerciële of
ziekenhuisomgeving zijn.
De kwaliteit van de netvoeding
moet die van een commerciële of
ziekenhuisomgeving zijn.
De kwaliteit van de netvoeding
T
moet die van een commerciële of
)
T
ziekenhuisomgeving zijn.
Als de gebruiker van de pomp
T
een doorlopende werking tijdens
)
T
een stroomuitval vereist, raden
wij aan om de pomp te voeden
via een UPS of een accu.
T
)
T
T
)
T
Magnetische velden met
stroomfrequentie dienen niveaus
te hebben die kenmerkend zijn
voor een normale locatie in
een normale bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving.
23
– richtsnoer