9.
Ingebruikname van het model
a) Ingebruikneming van de afstandsbediening
In deze gebruiksaanwijzing van het modelvliegtuig worden in de afbeelding over de afstandsbediening alleen de
stuurelementen weergegeven en dienen zo alleen ter illustratie. De precieze werking van de afstandsbediening wordt
in de afzonderlijk meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening verklaard.
b) Opladen van de vliegaccu
Laad de vliegaccu op in overeenstemming met de instructies van het gebruikte laadapparaat. Let vooral op de veilig-
heidsinstructies uit deze gebruiksaanwijzing en deze in de gebruiksaanwijzing van het laadapparaat.
c) Montage van de stuurstangen aan hoogte- en richtingsroeren
Stel de roerhoorns van de servo's voor hoogte- en richtingsroeren in de neutrale positie door het ontvangsttoestel in
bedrijf te nemen. Houd daarbij ook rekening met de informatie in het hoofdstuk „Stuurfuncties controleren". Kort de
stangen voor hoogte- en richtingsroer aan de dempingsvlakken af door de vorkkoppen zodanig in- of uit te draaien dat
de dempingsvlakken zich in de neutrale stand bevinden en klik de vorkkoppen in de roerhoorns vast (1 en 2).
Bij het hoogte- en richtingsroer moeten de vorkkoppen voor de eerste vluchten in het buitenste gat van de roerhoorn
worden ingehaakt. De correcte werking wordt in het hoofdstuk „Controleren van de besturingsfuncties" verklaard.
Afbeelding 7
96