Rolroerfunctie
Als de stuurknuppel voor de rolroerfunctie naar links beweegt, moet het rolroer van de linker vleugel naar boven, de
rolroeren van de rechter vleugel naar beneden uitslaan. De achterzijde van het roer moet daarbij ca. 12 mm naar
beneden, resp. boven worden afgesteld. Tijdens het vliegen wordt daardoor de vleugel naar linksonder gedrukt en het
model vlieg met wat hoogteroerondersteuning een linkse bocht.
Als de stuurknuppel voor de rolroerfunctie naar rechts beweegt, moet het rolroer van de linker vleugel naar beneden,
de rolroeren van de rechter vleugel naar boven uitslaan. De achterzijde van het roer moet daarbij ca. 12 mm naar
beneden, resp. boven worden afgesteld. Tijdens het vliegen wordt daardoor de vleugel naar rechtsonder gedrukt en
het model vlieg met wat hoogteroerondersteuning een rechter bocht.
Richtingroerfunctie
Wanneer de stuurknuppel voor de richtingsroerfunctie naar links wordt bewogen, moet het richtingsroer naar links
uitslaan. De achterzijde van het roer moet daarbij ca. 20 mm naar links worden afgesteld. Tijdens het vliegen wordt
daardoor het rechts naar beneden gedrukt en het model vliegt in een bocht naar links.
Wanneer de stuurknuppel voor de richtingsroerfunctie naar rechts wordt bewogen, moet het richtingsroer naar rechts
uitslaan. De achterzijde van het roer moet daarbij ca. 20 mm naar rechts worden afgesteld. Tijdens het vliegen wordt
daardoor het daardoor naar links gedrukt en het model vliegt in een bocht naar rechts.
100
Afbeelding 12
Afbeelding 13
Afbeelding 14
Afbeelding 15