Achterwiel uitnemen en terugplaatsen
• Afstelling van de versnellingen
zie Pag. 21.
Uitvoering met terugtraprem /
trommelrem:
• Bevestig de remsleutel met een
passende strop (2, afb. 2 bzw. 1,
afb. 4) aan de achtervork.
Let op:
Monteer de remsleutel tussen de
uiteinden van de strop! Die moet
spelingvrij aan het frame vastgezet
worden. Gebruik een zelfborgende
moer. Aanhaalkoppel: 2 – 3 Nm.
Trommelrem:
• Bevestig vorkstuk (2, afb. 4) aan
remhendel (3).
• Gebruik voor trommelremnaven
in NL-uitvoering (met hendel 4)
uitsluitend een originele
Holland-remkabel (vorkstuk (2) is
hiervoor niet geschikt).
Rem afstellen:
• Draai stelschroef (5, afb. 4) zover
los, dat de rem het wiel wanneer
dit draait, net raakt.
• Druk de handgrepen een aantal
malen krachtig in en draai de
stelschroef vervolgens zo nodig
verder aan tot de rem het wiel
opnieuw net raakt.
• Draai zeskantmoer (6) vast.
• Stel de rem opnieuw af, wan-
neer de remwerking nadat de
fiets enige tijd gebruikt is, af-
neemt c.q. wanneer de hand
greep tot aan het stuur kan wor-
den aangetrokken.
4
Let op:
• Gebruik uitsluitend remgrepen
waarbij de kabelweg min. 15
mm bedraagt en hefboomover-
brenging van min. 3,8 bijv.
• Bij een noodzakelijke vervan-
ging van de versnellingskabel
kunt u het best naar uw vakman
gaan.
5 6
4
1
2
3